Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. van indexnummers voorzien:


Niederländisch

Detailübersetzungen für van indexnummers voorzien (Niederländisch) ins Deutsch

van indexnummers voorzien:

van indexnummers voorzien Verb

  1. van indexnummers voorzien (indexeren)
    indizieren; indexieren; führen; erfassen; eintragen; gliedern; festhalten; einschreiben; registrieren
    • indizieren Verb (indiziere, indizierst, indiziert, indizierte, indiziertet, indiziert)
    • indexieren Verb (indexiere, indexierst, indexiert, indexierte, indexiertet, indexiert)
    • führen Verb (führe, führst, führt, führte, führtet, geführt)
    • erfassen Verb (erfaße, erfaßt, erfaßte, erfaßtet, erfaßt)
    • eintragen Verb (trage ein, trägst ein, trägt ein, trug ein, trugt ein, eingetragen)
    • gliedern Verb (gliedre, gliederst, gliedert, gliederte, gliedertet, gegliedert)
    • festhalten Verb (halte fest, hältst fest, hält fest, hielte fest, hieltet fest, festgehalten)
    • einschreiben Verb (schreibe ein, schreibst ein, schreibt ein, schrieb ein, schriebt ein, eingeschrieben)
    • registrieren Verb (registriere, registrierst, registriert, registrierte, registriertet, registriert)

Übersetzung Matrix für van indexnummers voorzien:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
einschreiben indexeren; van indexnummers voorzien aanmelden; aanmonsteren; boeken; inboeken; inschrijven; intekenen; kadastreren; noteren; opgeven; opschrijven; optekenen; registreren; subscriberen; vastleggen
eintragen indexeren; van indexnummers voorzien aanmelden; aantekenen; boeken; inboeken; inschrijven; intekenen; kadastreren; noteren; op schrift stellen; opbrengen; opgeven; opleveren; opschrijven; optekenen; registreren; subscriberen; vastleggen
erfassen indexeren; van indexnummers voorzien aanhouden; arresteren; betrappen; bijsluiten; bijvoegen; gevangennemen; grijpen; iets bemachtigen; inrekenen; insluiten; klauwen; nemen; nuttigen; obsederen; omtrekken; oppakken; pakken; registreren; snappen; te pakken krijgen; toevoegen; vangen; vatten; verkrijgen; verschalken; verstaan; verstrikken
festhalten indexeren; van indexnummers voorzien aanklampen; beet hebben; beetgrijpen; beethouden; beetpakken; bevestigen; detineren; gevangenhouden; grijpen; in hechtenis houden; knellen; niet laten gaan; vastbinden; vasthebben; vasthouden; vastklampen; vastklemmen; vastknellen; vastleggen; vastmaken; vastpakken; vastzetten; verbinden; verzekeren
führen indexeren; van indexnummers voorzien aanvoeren; afstemmen; begeleiden; besturen; bevel voeren over; bewaarheid worden; blijken; commanderen; coördineren; instellen; leiden; leiding geven; leidinggeven; managen; meevoeren; resulteren; rondleiden; snel bewegen; uitkomen; uitkomen bij; uitvloeien in; verwijzen; voeren; voorzitten
gliedern indexeren; van indexnummers voorzien delen; onderverdelen; opdelen; opsplitsen; ordenen; rangeren; schiften; sorteren; splitsen; uitzoeken
indexieren indexeren; van indexnummers voorzien index maken; indexeren; registeren
indizieren indexeren; van indexnummers voorzien
registrieren indexeren; van indexnummers voorzien aantekenen; boeken; noteren; op schrift stellen; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen

Verwandte Übersetzungen für van indexnummers voorzien