Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. te gronde gaan:


Niederländisch

Detailübersetzungen für te gronde gaan (Niederländisch) ins Deutsch

te gronde gaan:

te gronde gaan Verb (ga te gronde, gaat te gronde, gat te gronde, ging te gronde, gingen te gronde, te gronde gegaan)

  1. te gronde gaan (in elkaar storten; bezwijken; ondergaan)
    untergehen; erliegen; umkommen; zugrunde gehen; zusammenbrechen
    • untergehen Verb (untergehe, untergehst, untergeht, untergang, untergangt, untergegangen)
    • erliegen Verb (erliege, erliegst, erliegt, erlag, erlagt, erlegen)
    • umkommen Verb (komme um, kommst um, kommt um, kam um, kamt um, umgekommen)
    • zugrunde gehen Verb (gehe zugrunde, gehst zugrunde, geht zugrunde, gang zugrunde, ganget zugrunde, zugrunde gegangen)
    • zusammenbrechen Verb (breche zusammen, brichst zusammen, bricht zusammen, brache zusammen, brachet zusammen, zusammengebrochen)
  2. te gronde gaan (ondergaan; ten ondergaan)
    untergehen; zugrunde gehen
    • untergehen Verb (untergehe, untergehst, untergeht, untergang, untergangt, untergegangen)
    • zugrunde gehen Verb (gehe zugrunde, gehst zugrunde, geht zugrunde, gang zugrunde, ganget zugrunde, zugrunde gegangen)

Konjugationen für te gronde gaan:

o.t.t.
  1. ga te gronde
  2. gaat te gronde
  3. gat te gronde
  4. gaan te gronde
  5. gaan te gronde
  6. gaan te gronde
o.v.t.
  1. ging te gronde
  2. ging te gronde
  3. ging te gronde
  4. gingen te gronde
  5. gingen te gronde
  6. gingen te gronde
v.t.t.
  1. ben te gronde gegaan
  2. bent te gronde gegaan
  3. is te gronde gegaan
  4. zijn te gronde gegaan
  5. zijn te gronde gegaan
  6. zijn te gronde gegaan
v.v.t.
  1. was te gronde gegaan
  2. was te gronde gegaan
  3. was te gronde gegaan
  4. waren te gronde gegaan
  5. waren te gronde gegaan
  6. waren te gronde gegaan
o.t.t.t.
  1. zal te gronde gaan
  2. zult te gronde gaan
  3. zal te gronde gaan
  4. zullen te gronde gaan
  5. zullen te gronde gaan
  6. zullen te gronde gaan
o.v.t.t.
  1. zou te gronde gaan
  2. zou te gronde gaan
  3. zou te gronde gaan
  4. zouden te gronde gaan
  5. zouden te gronde gaan
  6. zouden te gronde gaan
diversen
  1. ga te gronde!
  2. gat te gronde!
  3. te gronde gegaan
  4. te gronde gaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für te gronde gaan:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
erliegen bezwijken; in elkaar storten; ondergaan; te gronde gaan afleggen; bezwijken; doodgaan; heengaan; het onderspit delven; inslapen; ontslapen; overlijden; sterven; tenondergaan; verscheiden; zwichten
umkommen bezwijken; in elkaar storten; ondergaan; te gronde gaan bezwijken; doodgaan; heengaan; hongeren; hongerlijden; in de oorlog omkomen; inslapen; kapotgaan; omkomen; onder water gaan; ondergaan; overlijden; sneuvelen; sterven; vallen; verhongeren; verongelukken; verrekken; wegvallen; zinken
untergehen bezwijken; in elkaar storten; ondergaan; te gronde gaan; ten ondergaan de weg kwijtraken; doorleven; doorstaan; onder water gaan; ondergaan; ten onder gaan; verdragen; verduren; verdwalen; vergaan; verkeerd gaan; verkeerd lopen; verongelukken; verteren; zinken
zugrunde gehen bezwijken; in elkaar storten; ondergaan; te gronde gaan; ten ondergaan bezwijken; de weg kwijtraken; doodgaan; heengaan; inslapen; omkomen; overlijden; sneuvelen; sterven; vallen; verdwalen; verkeerd gaan; verkeerd lopen; wegvallen
zusammenbrechen bezwijken; in elkaar storten; ondergaan; te gronde gaan in elkaar storten; in elkaar zakken; ineenstorten; ineenzakken; ineenzijgen; instorten; invallen; inzakken; inzinken; neerploffen; ploffen; ten gronde gaan

Verwandte Übersetzungen für te gronde gaan