Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. raffineren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für raffineren (Niederländisch) ins Deutsch

raffineren:

raffineren Verb (raffineer, raffineert, raffineerde, raffineerden, geraffineerd)

  1. raffineren
    raffinieren
    • raffinieren Verb (raffiniere, raffinierst, raffiniert, raffinierte, raffiniertet, raffiniert)

Konjugationen für raffineren:

o.t.t.
  1. raffineer
  2. raffineert
  3. raffineert
  4. raffineren
  5. raffineren
  6. raffineren
o.v.t.
  1. raffineerde
  2. raffineerde
  3. raffineerde
  4. raffineerden
  5. raffineerden
  6. raffineerden
v.t.t.
  1. heb geraffineerd
  2. hebt geraffineerd
  3. heeft geraffineerd
  4. hebben geraffineerd
  5. hebben geraffineerd
  6. hebben geraffineerd
v.v.t.
  1. had geraffineerd
  2. had geraffineerd
  3. had geraffineerd
  4. hadden geraffineerd
  5. hadden geraffineerd
  6. hadden geraffineerd
o.t.t.t.
  1. zal raffineren
  2. zult raffineren
  3. zal raffineren
  4. zullen raffineren
  5. zullen raffineren
  6. zullen raffineren
o.v.t.t.
  1. zou raffineren
  2. zou raffineren
  3. zou raffineren
  4. zouden raffineren
  5. zouden raffineren
  6. zouden raffineren
en verder
  1. ben geraffineerd
  2. bent geraffineerd
  3. is geraffinneerd
  4. zijn geraffineerd
  5. zijn geraffineerd
  6. zijn geraffineerd
diversen
  1. raffineer!
  2. raffineert!
  3. geraffineerd
  4. raffinerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für raffineren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
raffinieren raffineren