Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. oplettendheid:
  2. oplettend:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für oplettendheid (Niederländisch) ins Deutsch

oplettendheid:

oplettendheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de oplettendheid (attentie; aandacht; opmerkzaamheid)
    die Aufmerksamkeit; Interesse

Übersetzung Matrix für oplettendheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Aufmerksamkeit aandacht; attentie; oplettendheid; opmerkzaamheid aandacht; attentie; belangstelling; interesse; nauwlettendheid; oppassen; uitkijken
Interesse aandacht; attentie; oplettendheid; opmerkzaamheid aandacht; animo; belangstelling; fascinatie; geboeidheid; interesse; zin

Verwandte Wörter für "oplettendheid":


Wiktionary Übersetzungen für oplettendheid:


Cross Translation:
FromToVia
oplettendheid Achtung; Aufmerksamkeit; Achtsamkeit; Obacht attentionconcentration particulière sur quelque chose ; application d’esprit à quelque chose.

oplettend:

oplettend Adjektiv

  1. oplettend (alert; wakker; uitgeslapen)
    wacker; aufgeweckt; wach; lebhaft; munter; lebendig; quick
  2. oplettend (opmerkzaam; aandachtig)
    aufmerksam; wachsam; andächtig

Übersetzung Matrix für oplettend:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
andächtig aandachtig; oplettend; opmerkzaam aandachtig; belangstellend; devoot; eerbiedig; geestelijk; gelovig; geïnteresseerd; godsdienstig; godsvruchtig; godvruchtig; imposant; indrukwekkend; kerkelijk; ontzaggelijk; ontzagwekkend; religieus; vol achting; vroom
aufgeweckt alert; oplettend; uitgeslapen; wakker ad rem; adrem; bijdehand; briljant; clever; energiek; geagiteerd; geanimeerd; gevat; ingenieus; kien; knap; kundig; kunstig; leuk om te zien; levendig; pienter; raak; scherpzinnig; schrander; slagvaardig; slim; snedig; snugger; uitgeslapen; vaardig; verhit; vief; vindingrijk; vol fut; wakker
aufmerksam aandachtig; oplettend; opmerkzaam aandachtig; alert; belangstellend; geïnteresseerd; hoede; paraat; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend
lebendig alert; oplettend; uitgeslapen; wakker actief; beweeglijk; bezet; druk; drukbezet; drukpratend; dynamisch; energiek; geagiteerd; geanimeerd; levendig; verhit; vief; vol fut
lebhaft alert; oplettend; uitgeslapen; wakker actief; ad rem; beweeglijk; bezet; blij; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; drukpratend; dynamisch; energiek; geagiteerd; geanimeerd; goedgehumeurd; goedgeluimd; levendig; levenslustig; monter; opgetogen; opgewekt; slagvaardig; tierig; verhit; vief; vol fut; vrolijk; wakker; welgemoed; welgestemd
munter alert; oplettend; uitgeslapen; wakker actief; beweeglijk; bezet; blij; blijgeestig; blijgestemd; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; drukpratend; dynamisch; energiek; fideel; fleurig; geagiteerd; geanimeerd; geestig; goed geluimd; goedgehumeurd; goedgeluimd; hooggekleurd; jolig; kleurig; kwiek; levendig; levenslustig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; speels; tierig; uitgelaten; verblijd; verheugd; verhit; vief; vol fut; vrolijk; wakker; welgemoed; welgestemd; zonnig
quick alert; oplettend; uitgeslapen; wakker actief; ad rem; beweeglijk; bezet; druk; drukbezet; drukpratend; dynamisch; energiek; geagiteerd; geanimeerd; levendig; slagvaardig; verhit; wakker
wach alert; oplettend; uitgeslapen; wakker
wachsam aandachtig; oplettend; opmerkzaam alert; hoede; paraat; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend
wacker alert; oplettend; uitgeslapen; wakker

Verwandte Wörter für "oplettend":


Wiktionary Übersetzungen für oplettend:


Cross Translation:
FromToVia
oplettend achtsam; bedächtig; achtgebend; wachsam; auf der Hut; aufmerksam attentif — Qui a de l’attention, de la concentration sur quelque chose.