Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. inspireren:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für inspireren (Niederländisch) ins Deutsch

inspireren:

inspireren Verb (inspireer, inspireert, inspireerde, inspireerden, geïnspireerd)

  1. inspireren (inboezemen; ingeven)
    inspirieren; begeistern; eingeben; einflüstern
    • inspirieren Verb (inspiriere, inspirierst, inspiriert, inspirierte, inspiriertet, inspiriert)
    • begeistern Verb (begeistere, begeisterst, begeistert, begeisterte, begeistertet, begeistert)
    • eingeben Verb (gebe ein, gibst ein, gibt ein, gab ein, gabt ein, eingegeben)
    • einflüstern Verb (flüstere ein, flüsterst ein, flüstert ein, flüsterte ein, flüstertet ein, eingeflüstert)
  2. inspireren (een inspirerende werking hebben; bezielen)
    inspirieren; begeistern
    • inspirieren Verb (inspiriere, inspirierst, inspiriert, inspirierte, inspiriertet, inspiriert)
    • begeistern Verb (begeistere, begeisterst, begeistert, begeisterte, begeistertet, begeistert)

Konjugationen für inspireren:

o.t.t.
  1. inspireer
  2. inspireert
  3. inspireert
  4. inspireren
  5. inspireren
  6. inspireren
o.v.t.
  1. inspireerde
  2. inspireerde
  3. inspireerde
  4. inspireerden
  5. inspireerden
  6. inspireerden
v.t.t.
  1. heb geïnspireerd
  2. hebt geïnspireerd
  3. heeft geïnspireerd
  4. hebben geïnspireerd
  5. hebben geïnspireerd
  6. hebben geïnspireerd
v.v.t.
  1. had geïnspireerd
  2. had geïnspireerd
  3. had geïnspireerd
  4. hadden geïnspireerd
  5. hadden geïnspireerd
  6. hadden geïnspireerd
o.t.t.t.
  1. zal inspireren
  2. zult inspireren
  3. zal inspireren
  4. zullen inspireren
  5. zullen inspireren
  6. zullen inspireren
o.v.t.t.
  1. zou inspireren
  2. zou inspireren
  3. zou inspireren
  4. zouden inspireren
  5. zouden inspireren
  6. zouden inspireren
en verder
  1. ben geïnspireerd
  2. bent geïnspireerd
  3. is geïnspireerd
  4. zijn geïnspireerd
  5. zijn geïnspireerd
  6. zijn geïnspireerd
diversen
  1. inspireer!
  2. inspireert!
  3. geïnspireerd
  4. inspirerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für inspireren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
begeistern bezielen; een inspirerende werking hebben; inboezemen; ingeven; inspireren
einflüstern inboezemen; ingeven; inspireren influisteren; ingeven; souffleren
eingeben inboezemen; ingeven; inspireren afstemmen; dicteren; geneesmiddel toedienen; geven; influisteren; ingeven; instellen; intikken; intoetsen; intypen; invoeren; souffleren; toedienen; typen; verstrekken
inspirieren bezielen; een inspirerende werking hebben; inboezemen; ingeven; inspireren

Wiktionary Übersetzungen für inspireren:

inspireren
verb
  1. de geest gaande maken

Cross Translation:
FromToVia
inspireren begeistern; einflößen; eingeben; inspirieren; auferlegen; diktieren; vorsagen; zuerkennen; ansagen; vorschreiben; aufzwingen dicterprononcer mot à mot une phrase ou une suite de phraser, pour qu’une ou plusieurs autres personnes l’écrire.
inspireren begeistern; einflößen; eingeben; inspirieren; hineinblasen inspirerfaire pénétrer artificiellement de l’air dans les poumons.