Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. hongerlijden:


Niederländisch

Detailübersetzungen für hongerlijden (Niederländisch) ins Deutsch

hongerlijden:

hongerlijden Verb

  1. hongerlijden (verrekken; verhongeren; hongeren)
    im Sterben liegen; verrecken; verrenken; hungern; krepieren; sterben; umkommen; Hunger leiden
    • verrecken Verb (verrecke, verreckst, verreckt, verreckte, verrecktet, verreckt)
    • verrenken Verb (verrenke, verrenkst, verrenkt, verrenkte, verrenktet, verrenkt)
    • hungern Verb (hungre, hungerst, hungert, hungerte, hungertet, gehungert)
    • krepieren Verb (krepiere, krepierst, krepiert, krepierte, krepiertet, krepiert)
    • sterben Verb (sterbe, stirbst, stirbt, starb, starbt, gestorben)
    • umkommen Verb (komme um, kommst um, kommt um, kam um, kamt um, umgekommen)

Übersetzung Matrix für hongerlijden:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Hunger leiden hongeren; hongerlijden; verhongeren; verrekken honger lijden; hongeren; uithongeren; verhongeren
hungern hongeren; hongerlijden; verhongeren; verrekken afslanken; een sterke begeerte hebben naar; honger lijden; hongeren; hongeren naar; hongerstaken; uithongeren; verhongeren
im Sterben liegen hongeren; hongerlijden; verhongeren; verrekken bezwijken; doodgaan; heengaan; inslapen; omkomen; overlijden; sneuvelen; sterven; vallen; wegvallen
krepieren hongeren; hongerlijden; verhongeren; verrekken creperen; verrekken; zieltogen
sterben hongeren; hongerlijden; verhongeren; verrekken afsterven; besterven; bezwijken; doodgaan; heengaan; inslapen; kapotgaan; omkomen; ontslapen; ophouden; overlijden; sneuvelen; sterven; uitsterven; vallen; verongelukken; verscheiden; wegvallen
umkommen hongeren; hongerlijden; verhongeren; verrekken bezwijken; doodgaan; heengaan; in de oorlog omkomen; in elkaar storten; inslapen; kapotgaan; omkomen; onder water gaan; ondergaan; overlijden; sneuvelen; sterven; te gronde gaan; vallen; verongelukken; wegvallen; zinken
verrecken hongeren; hongerlijden; verhongeren; verrekken
verrenken hongeren; hongerlijden; verhongeren; verrekken disloqueren; ontwrichten; uit het lid brengen; verstuiken; verzwikken; zwikken