Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. doorslaan:


Niederländisch

Detailübersetzungen für doorslaan (Niederländisch) ins Deutsch

doorslaan:

doorslaan Verb (sla door, slaat door, sloeg door, sloegen door, doorgeslagen)

  1. doorslaan (verklappen; verraden)
    verraten; ausplaudern; ausschwatzen; ausplappern
  2. doorslaan (doormeppen)
    ausplaudern; ausposaunen
    • ausplaudern Verb (plaudere aus, plauderst aus, plaudert aus, plauderte aus, plaudertet aus, ausgeplaudert)
    • ausposaunen Verb (posaune aus, posaunst aus, posaunt aus, posaunte aus, posauntet aus, ausposaunt)

Konjugationen für doorslaan:

o.t.t.
  1. sla door
  2. slaat door
  3. slaat door
  4. slaan door
  5. slaan door
  6. slaan door
o.v.t.
  1. sloeg door
  2. sloeg door
  3. sloeg door
  4. sloegen door
  5. sloegen door
  6. sloegen door
v.t.t.
  1. heb doorgeslagen
  2. hebt doorgeslagen
  3. heeft doorgeslagen
  4. hebben doorgeslagen
  5. hebben doorgeslagen
  6. hebben doorgeslagen
v.v.t.
  1. had doorgeslagen
  2. had doorgeslagen
  3. had doorgeslagen
  4. hadden doorgeslagen
  5. hadden doorgeslagen
  6. hadden doorgeslagen
o.t.t.t.
  1. zal doorslaan
  2. zult doorslaan
  3. zal doorslaan
  4. zullen doorslaan
  5. zullen doorslaan
  6. zullen doorslaan
o.v.t.t.
  1. zou doorslaan
  2. zou doorslaan
  3. zou doorslaan
  4. zouden doorslaan
  5. zouden doorslaan
  6. zouden doorslaan
diversen
  1. sla door!
  2. slat door!
  3. doorgeslagen
  4. doorslaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für doorslaan:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ausplappern doorslaan; verklappen; verraden
ausplaudern doormeppen; doorslaan; verklappen; verraden vergeven; weggeven; wegschenken
ausposaunen doormeppen; doorslaan doorgeven; doorspelen; doorvertellen; klikken; rondbrieven; rondvertellen; uitbazuinen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden
ausschwatzen doorslaan; verklappen; verraden
verraten doorslaan; verklappen; verraden aanbrengen; aangeven; klikken; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
verraten geklikt; verklapt; verklikt

Verwandte Definitionen für "doorslaan":

  1. de stroom onderbreken1
    • de stoppen zijn doorgeslagen1
  2. niet ophouden te zeggen wat in je opkomt1
    • als zij eenmaal praat, slaat ze door1
  3. overhellen naar het zwaarste punt1
    • de weegschaal slaat door1
  4. vocht doorlaten1
    • de muren zijn helemaal doorgeslagen1