Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. present:
  2. present!:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für present (Niederländisch) ins Deutsch

present:

present [het ~] Nomen

  1. het present (cadeau; geschenk; kado; aardigheid; presentje)
    Geschenk

Übersetzung Matrix für present:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Geschenk aardigheid; cadeau; geschenk; kado; present; presentje aardigheid; cadeautje; donatie; gift; schenking
- cadeau
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
- aanwezig

Verwandte Wörter für "present":

  • presenten, presents

Synonyms for "present":


Antonyme für "present":


Verwandte Definitionen für "present":

  1. wie ergens is1
    • alle bestuursleden waren present1
  2. wat je van iemand krijgt zonder tegenprestatie1
    • ik kreeg een aardig presentje met de Kerst1

Wiktionary Übersetzungen für present:

present
adjective
  1. aanwezig

Cross Translation:
FromToVia
present anwesend présent — Là où l’on est

present!:

present! Adjektiv

  1. present! (aanwezig; tegenwoordig)
    anwesend; zugegen

Übersetzung Matrix für present!:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
anwesend aanwezig; present!; tegenwoordig
zugegen aanwezig; present!; tegenwoordig eigentijds; hedendaags; modern

Computerübersetzung von Drittern: