Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. moderniseren:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für moderniseren (Niederländisch) ins Deutsch

moderniseren:

moderniseren Verb (moderniseer, moderniseert, moderniseerde, moderniseerden, gemoderniseerd)

  1. moderniseren
    modernisieren
    • modernisieren Verb (modernisiere, modernisierst, modernisiert, modernisierte, modernisiertet, modernisiert)

Konjugationen für moderniseren:

o.t.t.
  1. moderniseer
  2. moderniseert
  3. moderniseert
  4. moderniseren
  5. moderniseren
  6. moderniseren
o.v.t.
  1. moderniseerde
  2. moderniseerde
  3. moderniseerde
  4. moderniseerden
  5. moderniseerden
  6. moderniseerden
v.t.t.
  1. heb gemoderniseerd
  2. hebt gemoderniseerd
  3. heeft gemoderniseerd
  4. hebben gemoderniseerd
  5. hebben gemoderniseerd
  6. hebben gemoderniseerd
v.v.t.
  1. had gemoderniseerd
  2. had gemoderniseerd
  3. had gemoderniseerd
  4. hadden gemoderniseerd
  5. hadden gemoderniseerd
  6. hadden gemoderniseerd
o.t.t.t.
  1. zal moderniseren
  2. zult moderniseren
  3. zal moderniseren
  4. zullen moderniseren
  5. zullen moderniseren
  6. zullen moderniseren
o.v.t.t.
  1. zou moderniseren
  2. zou moderniseren
  3. zou moderniseren
  4. zouden moderniseren
  5. zouden moderniseren
  6. zouden moderniseren
en verder
  1. ben gemoderniseerd
  2. bent gemoderniseerd
  3. is gemoderniseerd
  4. zijn gemoderniseerd
  5. zijn gemoderniseerd
  6. zijn gemoderniseerd
diversen
  1. moderniseer!
  2. moderniseert!
  3. gemoderniseerd
  4. moderniserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für moderniseren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
modernisieren moderniseren

Wiktionary Übersetzungen für moderniseren:

moderniseren
verb
  1. modern maken

Cross Translation:
FromToVia
moderniseren modernisieren modernize — bring something up to date