Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. mikken:
  2. mik:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für mikken (Niederländisch) ins Deutsch

mikken:

mikken Verb (mik, mikt, mikte, mikten, gemikt)

  1. mikken (in een bep. richting plaatsen; richten)
    richten; ausrichten; zielen; visieren
    • richten Verb (richte, richtst, richtt, richtte, richttet, gerichtet)
    • ausrichten Verb (richte aus, richtest aus, richtet aus, richtete aus, richtetet aus, ausgerichtet)
    • zielen Verb (ziele, zielst, zielt, zielte, zieltet, gezielt)
    • visieren Verb (visiere, visierst, visiert, visierte, visiertet, visiert)
  2. mikken (gericht werpen)
    anstreben; trachten; bestreben; erstreben
    • anstreben Verb (strebe an, strebst an, strebt an, strebte an, strebtet an, angestrebt)
    • trachten Verb (trachte, trachtest, trachtet, trachtete, trachtetet, getrachtet)
    • bestreben Verb (bestrebe, bestrebst, bestrebt, bestrebte, bestrebtet, bestrebt)
    • erstreben Verb

Konjugationen für mikken:

o.t.t.
  1. mik
  2. mikt
  3. mikt
  4. mikken
  5. mikken
  6. mikken
o.v.t.
  1. mikte
  2. mikte
  3. mikte
  4. mikten
  5. mikten
  6. mikten
v.t.t.
  1. heb gemikt
  2. hebt gemikt
  3. heeft gemikt
  4. hebben gemikt
  5. hebben gemikt
  6. hebben gemikt
v.v.t.
  1. had gemikt
  2. had gemikt
  3. had gemikt
  4. hadden gemikt
  5. hadden gemikt
  6. hadden gemikt
o.t.t.t.
  1. zal mikken
  2. zult mikken
  3. zal mikken
  4. zullen mikken
  5. zullen mikken
  6. zullen mikken
o.v.t.t.
  1. zou mikken
  2. zou mikken
  3. zou mikken
  4. zouden mikken
  5. zouden mikken
  6. zouden mikken
diversen
  1. mik!
  2. mikt!
  3. gemikt
  4. mikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für mikken:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
anstreben gericht werpen; mikken aflopen; ambiëren; bedoelen; beogen; ijveren; koers zetten naar; mikken op; streven; streven naar; ten doel hebben; vervoegen; zich begeven naar
ausrichten in een bep. richting plaatsen; mikken; richten arrangeren; doen; handelen; herstellen; iets op touw zetten; in het gelid stellen; recht maken; regelen; repareren; uitlijnen; uitrichten; uitvoeren; vernieuwen; verrichten
bestreben gericht werpen; mikken ijveren; streven
erstreben gericht werpen; mikken bedoelen; beogen; ijveren; mikken op; najagen; nastreven; streven; streven naar; ten doel hebben; trachten te verkrijgen; vervolgen
richten in een bep. richting plaatsen; mikken; richten een oordeel wijzen; oordelen; rechtspreken
trachten gericht werpen; mikken ijveren; streven
visieren in een bep. richting plaatsen; mikken; richten diepte loden; loden; van loodglazuur voorzien
zielen in een bep. richting plaatsen; mikken; richten doelen

Verwandte Wörter für "mikken":


Wiktionary Übersetzungen für mikken:

mikken
verb
  1. richten op een doel
  2. gericht werpen

mikken form of mik:

mik [de ~ (m)] Nomen

  1. de mik
    Brot
    • Brot [das ~] Nomen

Übersetzung Matrix für mik:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Brot mik brood

Verwandte Wörter für "mik":


Wiktionary Übersetzungen für mik:


Cross Translation:
FromToVia
mik Brot pain — Aliment

Verwandte Übersetzungen für mikken