Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. magisch:
  2. Wiktionary:
Deutsch nach Niederländisch:   mehr Daten
  1. magisch:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für magisch (Niederländisch) ins Deutsch

magisch:

magisch Adjektiv

  1. magisch
    magisch
  2. magisch (toverachtig)

Übersetzung Matrix für magisch:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bezaubernd magisch; toverachtig aardig; beheksend; betoverend; bevallig; charmant; genegenheid opwekkend; innemend; luisterrijk; magnifiek; minzaam; prachtig; prettig; schitterend
magisch magisch
zauberhaft magisch; toverachtig beheksend; betoverend; droomachtig; feeëriek; idyllisch; sprookjesachtig; toverachtig

Verwandte Wörter für "magisch":

  • magische

Wiktionary Übersetzungen für magisch:

magisch
adjective
  1. met een bijzondere, bovennatuurlijke betekenis

Cross Translation:
FromToVia
magisch magisch magic — having supernatural talents, properties or qualities



Deutsch

Detailübersetzungen für magisch (Deutsch) ins Niederländisch

magisch:

magisch Adjektiv

  1. magisch
    magisch

Übersetzung Matrix für magisch:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
magisch magisch bezaubernd; zauberhaft

Synonyms for "magisch":


Wiktionary Übersetzungen für magisch:

magisch
adjective
  1. met een bijzondere, bovennatuurlijke betekenis

Cross Translation:
FromToVia
magisch tover; betoverd; magisch magic — having supernatural talents, properties or qualities