Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. bijlage:
  2. Bijlage:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für bijlage (Niederländisch) ins Deutsch

bijlage:

bijlage [de ~] Nomen

  1. de bijlage (aanvulling; toelichting; meezending; additie)
    die Anlage; die Beilage
  2. de bijlage
    die Anlage

Übersetzung Matrix für bijlage:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Anlage aanvulling; additie; bijlage; meezending; toelichting Bijlage; activa; activum; belegging; geldbelegging; investering; vaste activa
Beilage aanvulling; additie; bijlage; meezending; toelichting bijgerecht; toespijs

Verwandte Wörter für "bijlage":

  • bijlages

Wiktionary Übersetzungen für bijlage:

bijlage
noun
  1. een document dat bij een ander document of stuk tekst als aanhangsel is toegevoegd
  2. een bestand dat bij een e-mail is meegezonden

Cross Translation:
FromToVia
bijlage Anlage; Anhang attachment — file sent along with an email
bijlage Ergänzung; Nachtrag supplement — extension to a document or publication
bijlage Anhang; Beigabe; Zugabe; Dazugehöriges; Anhängsel; Appendix; Beilage; Supplement; Zusatz; Zuschlag; Zuschuß; Hinzufügung; Beifügung appendice — Ce qui semble appendre, ajouter à une autre chose. On trouve plus rarement son synonyme : appendage.
bijlage Anlage pièce jointe — Fichier annexé.

Bijlage:

Bijlage

  1. Bijlage
    die Anlage

Übersetzung Matrix für Bijlage:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Anlage Bijlage aanvulling; activa; activum; additie; belegging; bijlage; geldbelegging; investering; meezending; toelichting; vaste activa