Niederländisch

Detailübersetzungen für geilheid (Niederländisch) ins Deutsch

geilheid:

geilheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de geilheid (opgewondenheid; hitsigheid; zin; lust)
    die Geilheit

Übersetzung Matrix für geilheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Geilheit geilheid; hitsigheid; lust; opgewondenheid; zin drift; genoegen; genot; lust; wellust

Verwandte Wörter für "geilheid":


Wiktionary Übersetzungen für geilheid:


Cross Translation:
FromToVia
geilheid Hitze; Brunft chaleur — Œstrus
geilheid Lust; Wollust; Wonne voluptéplaisir des sens.

geil:

geil Adjektiv

  1. geil (seksueel opgewonden; opgewonden; hitsig; heet)

Übersetzung Matrix für geil:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
heiß heet
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Seksuell gereitst sein geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden
aufgeregt geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden boos; furieus; geagiteerd; gebelgd; gekwetst; gepassioneerd; gepikeerd; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; hartstochtelijk; heftig; kwaad; levendig; met hevige passie; misnoegd; nijdig; ontstemd; razend; spinnijdig; toornig; verhit; verontwaardigd; verstoord; vertoornd; vurig; woest; wrevelig; ziedend
aufgregend geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden
begeistert geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden bevlogen; bezield; blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; dolblij; enthousiast; fideel; fleurig; geestdriftig; geestig; gepassioneerd; goed geluimd; hartstochtelijk; heftig; inblij; jolig; kleurig; kwiek; levendig; lustig; met hevige passie; monter; ontzettend blij; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; uitgelaten; verblijd; verheugd; vrolijk; vurig; wakker; welgemoed; welgestemd; zonnig
brünstig geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden bronstig; krols; loops; pikant; verhit; vurig; zinnenprikkelend
eifrig geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden actief; ambitieus; bedreven; bedrijvig; bezet; bezeten; bezig; daadkrachtig; druk; drukbezet; drukpratend; dynamisch; eerzuchtig; energiek; fanatiek; geanimeerd; gepassioneerd; gretig; happig; hartstochtelijk; heetbloedig; noest; onvermoeibaar; stormachtig; streverig; temperamentvol; vurig; warmbloedig
enthusiastisch geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden bevlogen; bezield; enthousiast; geestdriftig; gepassioneerd; hartstochtelijk; heftig; met hevige passie; vurig
entzückt geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden aangetrokken tot; bekoord; blij; blijgestemd; blijmoedig; dolblij; gecharmeerd; inblij; ontzettend blij; opgetogen; opgewekt; verblijd; verheugd; vrolijk
erregend geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden
erregt geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden aangebrand; erg; fel; geagiteerd; gepassioneerd; gepikeerd; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; hartstochtelijk; heetbloedig; heethoofdig; heftig; hevig; krachtig; levendig; met hevige passie; misnoegd; ontstemd; pissig; prikkelbaar; verhit; vurig; wrevelig
feurig geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden brandend; erg; fel; fonkelend; geagiteerd; gekruid; gepassioneerd; gepeperd; gloedvol; gloeiend; hartig; hartstochtelijk; heet; heetbloedig; heethoofdig; heftig; hevig; krachtig; levendig; meedogenloos; met hevige passie; pikant; pittig; stormachtig; temperamentvol; verhit; vlammend; vurig; warm; warmbloedig; wreed
geil geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden opwindend; pikant; sexy; soppig
gereizt geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden aangebrand; erg; fel; geprikkeld; gespannen; gestressd; geërgerd; geïrriteerd; heftig; hevig; krachtig; opgefokt; opgehitst; opgejaagd; pissig; prikkelbaar
glühend geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden blakend; brandend; fervent; fit; getraind; gezond; gloeiend; roodgloeiend; smeulend; verhit; vlammend; vurig; zonder ziekte
heiß geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden hartelijk; minnelijk; soppig; vriendelijk
hingebungsvoll geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden bezetene; fanatieke; gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; stormachtig; temperamentvol; toegewijd; vurig; warmbloedig
hitzig geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden driftig; erg; fel; geagiteerd; gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; heetgebakerd; heftig; hevig; koortsig; krachtig; levendig; met hevige passie; onbeheerst; onstuimig; stormachtig; temperamentvol; verhit; verwoed; vurig; warmbloedig
inbrünstig geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden diepgevoeld; erg; fel; gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; heftig; hevig; innig; krachtig; stormachtig; temperamentvol; verhit; vurig; warmbloedig
lüstern geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden begerend; gretig; hanig; happig; pikant; verlangend; verzot; zinnenprikkelend

Verwandte Wörter für "geil":

  • geilheid, geiler, geilere, geilst, geilste, geile

Wiktionary Übersetzungen für geil:

geil
adjective
  1. erregt, sexuell fordernd, jemanden sexuell attraktiv findend

Cross Translation:
FromToVia
geil geil; heiß; spitz; erregt horny — sexually aroused
geil heiß; scharf hot — slang: physically very attractive

Computerübersetzung von Drittern: