Borrel: niederländische und deutsche Suchergebnisse gefunden im Interglot Wörterbuch

Remove Ads

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

borrel:
- Schnaps; Herzstärkung; Gläschen; Stehempfang; Alcoholische Getranke gut für Herz; Stärkung; informeller Empfang
borrelen:
- quellen; sprudeln; Schnapstrinken; saufen; sich besaufen
- Brausen; Sprudeln; einen Schnaps zu sich nehmen; Trinken; Stunde in der man Schnaps trinkt
Wiktionary:
- borrel → Schnaps
- borrelen → brausen, kochen, sieden, wallen

Niederländisch

Detailübersetzungen für borrel (Niederländisch) ins Deutsch

borrel:

borrel [de ~ (m)] Nomen

de borrel (glaasje jenever)
der Schnaps; die Herzstärkung
- Schnaps [der ~] Nomen
- Herzstärkung [die ~] Nomen
de borrel (neut)
der Schnaps; Gläschen
- Schnaps [der ~] Nomen
- Gläschen [das ~] Nomen
de borrel (staande receptie)
der Stehempfang
- Stehempfang [der ~] Nomen
de borrel (borreltje; hartversterking; opkikker; opkikkertje)
die Alcoholische Getranke gut für Herz; die Stärkung; die Herzstärkung
- Alcoholische Getranke gut für Herz [die ~] Nomen
- Stärkung [die ~] Nomen
- Herzstärkung [die ~] Nomen
de borrel (informele receptie; instuif)
der informeller Empfang
- informeller Empfang [der ~] Nomen

Übersetzung Matrix für borrel:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Alcoholische Getranke gut für Herz	borrel; borreltje; hartversterking; opkikker; opkikkertje
Gläschen	borrel; neut	borreltje; glaasje; glaasje jenever; kelkje; neutje; opkikkertje; slokje
Herzstärkung	borrel; borreltje; glaasje jenever; hartversterking; opkikker; opkikkertje
Schnaps	borrel; glaasje jenever; neut	alcohol; alcoholica; borreltje; drank; gedistilleerd; glaasje; glaasje jenever; neutje; opkikkertje; opkikkertjes; slokje; spiritualiën; sterke drank
Stehempfang	borrel; staande receptie
Stärkung	borrel; borreltje; hartversterking; opkikker; opkikkertje	staaldrank; tonica; versterkend middel
informeller Empfang	borrel; informele receptie; instuif
-	neut

Synonyms for "borrel":

neut

Wiktionary Übersetzungen für borrel:

borrel

noun

klein glaasje met sterke drank, gedistilleerd
- borrel → Schnaps

borrelen:

borrelen Verb (borrel, borrelt, borrelde, borrelden, geborreld)

borrelen (wellen)
quellen; sprudeln
- quellen Verb (quelle, quellst, quellt, quellte, quelltet, gequellt)
- sprudeln Verb (sprudele, sprudelst, sprudelt, sprudelte, sprudeltet, gesprudelt)
borrelen (borrel pakken; een borrel drinken; neut nemen)
Schnapstrinken
- Schnapstrinken Verb (trinke Schnaps, trinkst Schnaps, trinkt Schnaps, trank Schnaps, trankt Schnaps, Schnaps getrunken)
borrelen (zuipen; drinken)
saufen; sich besaufen
- saufen Verb (saufe, säufst, säuft, sofft, gesoffen)
- sich besaufen Verb

Konjugationen für borrelen:

o.t.t.

borrel
borrelt
borrelt
borrelen
borrelen
borrelen

o.v.t.

borrelde
borrelde
borrelde
borrelden
borrelden
borrelden

v.t.t.

heb geborreld
hebt geborreld
heeft geborreld
hebben geborreld
hebben geborreld
hebben geborreld

v.v.t.

had geborreld
had geborreld
had geborreld
hadden geborreld
hadden geborreld
hadden geborreld

o.t.t.t.

zal borrelen
zult borrelen
zal borrelen
zullen borrelen
zullen borrelen
zullen borrelen

o.v.t.t.

zou borrelen
zou borrelen
zou borrelen
zouden borrelen
zouden borrelen
zouden borrelen

diversen

borrel!
borrelt!
geborreld
borrelend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

borrelen [znw.] Nomen

borrelen (bruisen; gebubbel; geborrel)
Brausen; Sprudeln
- Brausen [das ~] Nomen
- Sprudeln [das ~] Nomen
borrelen (borreluur; geborrel; een borrel nemen)
die einen Schnaps zu sich nehmen; Trinken; die Stunde in der man Schnaps trinkt
- einen Schnaps zu sich nehmen [die ~] Nomen
- Trinken [das ~] Nomen
- Stunde in der man Schnaps trinkt [die ~] Nomen

Übersetzung Matrix für borrelen:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Brausen	borrelen; bruisen; geborrel; gebubbel
Sprudeln	borrelen; bruisen; geborrel; gebubbel	gebruis; gesprankel; gespui; het bruisen
Stunde in der man Schnaps trinkt	borrelen; borreluur; een borrel nemen; geborrel
Trinken	borrelen; borreluur; een borrel nemen; geborrel	drinken
einen Schnaps zu sich nehmen	borrelen; borreluur; een borrel nemen; geborrel
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Schnapstrinken	borrel pakken; borrelen; een borrel drinken; neut nemen
quellen	borrelen; wellen	in de week zetten; in het hoofd opkomen; ontharden; opwellen; verweken; week maken; weken; zachtmaken
saufen	borrelen; drinken; zuipen	alcohol gebruiken; drinken; overmatig veel drinken; veel drinken; zich laven; zich verkwikken; zijn dorst stillen
sich besaufen	borrelen; drinken; zuipen
sprudeln	borrelen; wellen	in het hoofd opkomen; omhoogkomen; opstijgen; opvliegen; opwellen

Wiktionary Übersetzungen für borrelen:

Cross Translation:

From	To	Via
• borrelen	→ brausen; kochen; sieden; wallen	↔ bouillir — Être dans l’état d’ébullition. Se dit proprement des liquides, lorsque la chaleur ou la fermentation y produit un mouvement et qu’il se forme des bulles à la surface.

Computerübersetzung von Drittern:

Niederländische und deutsche Suchergebnisse für: borrel

Detailübersetzungen für borrel (Niederländisch) ins Deutsch

borrel:

borrel [de ~ (m)] Nomen

de borrel (glaasje jenever)

de borrel (neut)

de borrel (staande receptie)

de borrel (borreltje; hartversterking; opkikker; opkikkertje)

de borrel (informele receptie; instuif)

Übersetzung Matrix für borrel:

Verwandte Wörter für "borrel":

Synonyms for "borrel":

Verwandte Definitionen für "borrel":

Wiktionary Übersetzungen für borrel:

borrelen:

borrelen Verb (borrel, borrelt, borrelde, borrelden, geborreld)

borrelen (wellen)

borrelen (borrel pakken; een borrel drinken; neut nemen)

borrelen (zuipen; drinken)