Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. opschroeven:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für opschroeven (Niederländisch) ins Deutsch

opschroeven:

opschroeven Verb (schroef op, schroeft op, schroefde op, schroefden op, opgeschroefd)

  1. opschroeven (veel doen stijgen; opdrijven)
    erhöhen; auftreiben; hochtreiben; in die Höhe treiben
    • erhöhen Verb (erhöhe, erhöhst, erhöht, erhöhte, erhöhtet, erhöht)
    • auftreiben Verb (treibe auf, treibst auf, treibt auf, trieb auf, triebt auf, aufgetrieben)
    • hochtreiben Verb (treibe hoch, treibst hoch, treibt hoch, trieb hoch, triebt hoch, hochgetrieben)
  2. opschroeven (overdreven voorstellen; overdrijven; opkloppen; opblazen; aandikken)
    aufblasen; übertreiben; aufbauschen; andicken
    • aufblasen Verb (blase auf, bläst auf, blies auf, bliest auf, aufgeblasen)
    • übertreiben Verb (übertreibe, übertreibst, übertreibt, übertrieb, übertriebt, übertrieben)
    • aufbauschen Verb (bausche auf, bauscht auf, bauschte auf, bauschtet auf, aufgebauscht)
    • andicken Verb (dicke an, dickst an, dickt an, dickte an, dicktet an, angedickt)

Konjugationen für opschroeven:

o.t.t.
  1. schroef op
  2. schroeft op
  3. schroeft op
  4. schroeven op
  5. schroeven op
  6. schroeven op
o.v.t.
  1. schroefde op
  2. schroefde op
  3. schroefde op
  4. schroefden op
  5. schroefden op
  6. schroefden op
v.t.t.
  1. heb opgeschroefd
  2. hebt opgeschroefd
  3. heeft opgeschroefd
  4. hebben opgeschroefd
  5. hebben opgeschroefd
  6. hebben opgeschroefd
v.v.t.
  1. had opgeschroefd
  2. had opgeschroefd
  3. had opgeschroefd
  4. hadden opgeschroefd
  5. hadden opgeschroefd
  6. hadden opgeschroefd
o.t.t.t.
  1. zal opschroeven
  2. zult opschroeven
  3. zal opschroeven
  4. zullen opschroeven
  5. zullen opschroeven
  6. zullen opschroeven
o.v.t.t.
  1. zou opschroeven
  2. zou opschroeven
  3. zou opschroeven
  4. zouden opschroeven
  5. zouden opschroeven
  6. zouden opschroeven
en verder
  1. ben opgeschroefd
  2. bent opgeschroefd
  3. is opgeschroefd
  4. zijn opgeschroefd
  5. zijn opgeschroefd
  6. zijn opgeschroefd
diversen
  1. schroef op!
  2. schroeft op!
  3. opgeschroefd
  4. opschroevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für opschroeven:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
andicken aandikken; opblazen; opkloppen; opschroeven; overdreven voorstellen; overdrijven aandikken; iets overdreven voorstellen; opblazen; opkloppen; overdrijven
aufbauschen aandikken; opblazen; opkloppen; opschroeven; overdreven voorstellen; overdrijven aandikken; bollen; iets overdreven voorstellen; opblazen; opbollen; opkloppen; overdrijven
aufblasen aandikken; opblazen; opkloppen; opschroeven; overdreven voorstellen; overdrijven
auftreiben opdrijven; opschroeven; veel doen stijgen aanzwiepen; jachten; jakkeren; naslaan; opdrijven; opduikelen; ophitsen; opjagen; opscharrelen; opsnorren; opzoeken; reppen; spoeden; voortdrijven; voortjagen; wegjagen
erhöhen opdrijven; opschroeven; veel doen stijgen heffen; hoger maken; omhoog doen; ophogen; opslag geven; talrijker maken; uitbreiden; vergroten; verhogen; vermeerderen
hochtreiben opdrijven; opschroeven; veel doen stijgen doen stijgen; jachten; naar boven drijven; naar boven jagen; omhoogdrijven; omhoogjagen; opdrijven; ophitsen; opjagen; prijs opdrijven; voortjagen
in die Höhe treiben opdrijven; opschroeven; veel doen stijgen
übertreiben aandikken; opblazen; opkloppen; opschroeven; overdreven voorstellen; overdrijven aandikken; iets overdreven voorstellen; opblazen; opkloppen; overdrijven

Wiktionary Übersetzungen für opschroeven:


Cross Translation:
FromToVia
opschroeven aufdrehen; erhöhen up — increase

Computerübersetzung von Drittern: