Übersicht
Französisch nach Niederländisch: mehr Daten
-
confins:
-
Wiktionary:
confins → grens, uithoek -
Synonyms for "confins":
frontière; limite; borne; extrémité; terme; terminus; lisière; aboutissement; démarcation; bordure; délimitation; séparation
-
Wiktionary:
Französisch
Detailübersetzungen für confins (Französisch) ins Niederländisch
confins: (*Wort und Satz getrennt)
- con: kut; lul; lid; penis; piemel; pik; roede; hond; klootzak; eikel; schobbejak; schoelje; hoerenjong; kuttenkop; loeder; ploert; pleurislijer; pleurislijder; nietsnut; lapzwans; lamzak; lijntrekker; geitenbreier; leegloper; lanterfanter; slampamper; lammeling; slapkous; smeerlap; schoft; rotzak; stinkerd; smiecht; mispunt; fielt; naarling; oetlul; lullig; etter; etterbak; kaffer; rotvent; snertvent; sodemieter
- fins: einden; eindjes
Spelling Suggestions for: confins
confins:
Synonyms for "confins":
Computerübersetzung von Drittern:
Niederländisch