Englisch

Detailübersetzungen für payment (Englisch) ins Niederländisch

payment:

payment [the ~] Nomen

  1. the payment (pay-off; compensation)
    de betaling
  2. the payment (social security; welfare; dole; relief)
    de uitkering
  3. the payment (salary; wage; allowance; )
    het honorarium; het salaris; het loon; de bezoldiging; de verdienste; de gage; het arbeidsloon; het traktement; de soldij; de wedde
  4. the payment (settlement; paying off)
    betalen; het dokken; voldoen
  5. the payment (settlement; paying off)
    de verrekening; de afrekening; de vereffening
  6. the payment (compensation; remuneration; fee; salary; income)
    de vergoeding; de kostenvergoeding
  7. the payment (hire-purchase)
    de afbetaling
  8. the payment
    de uitbetaling
  9. the payment (clearing off; compensation)
    de aanzuivering
  10. the payment (pay; fee; salary; wages)
    de wedde; de soldij
  11. the payment (repayments; reimbursements; restitutions; )
    de terugbetalingen; de restituties
  12. the payment
    – A transaction to record money that is paid to a supplier or customer for goods or services received. A payment transaction decreases the balance for a customer or vendor. 1
    de betaling
  13. the payment
    – The amount of money that an employee receives in a check or direct deposit. 1
    de betaling
  14. the payment
    – A past, present, or future settlement of an obligation. 1
    de betaling

Übersetzung Matrix für payment:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
aanzuivering clearing off; compensation; payment
afbetaling hire-purchase; payment
afrekening paying off; payment; settlement account; clearance; settlement; settlement of an account
arbeidsloon allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages cost of making; manufacturing costs
betalen paying off; payment; settlement
betaling compensation; pay-off; payment checkout
bezoldiging allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages pay; salary; wage
dokken paying off; payment; settlement
gage allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages pay; salary; wage
honorarium allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages
kostenvergoeding compensation; fee; income; payment; remuneration; salary
loon allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages fruits of labour; income; pay; recompense; remuneration; reward; salary; wage; wages
restituties amends; compensation; payment; refunds; reimbursements; repayments; restitutions
salaris allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages fruits of labour; income; pay; salary; wage; wages
soldij allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages
terugbetalingen amends; compensation; payment; refunds; reimbursements; repayments; restitutions
traktement allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages
uitbetaling payment
uitkering dole; payment; relief; social security; welfare
verdienste allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages merit
vereffening paying off; payment; settlement balance; claim settlement; clearance; equalisation; equalization; equation; levelling; settlement; settlement of a claim
vergoeding compensation; fee; income; payment; remuneration; salary benefit; compensation; indemnification; indemnity; recompense; recoupment; reimbursement; remuneration; repayment; restitution; reward
verrekening paying off; payment; settlement clearance; settlement
voldoen paying off; payment; settlement
wedde allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages
- defrayal; defrayment; requital
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
betalen honor; honour; make even; pay; pay off; pay on account; pay up; remunerate; repay; reward; settle
dokken dock; pay; pay off
voldoen make even; pay; pay a bill; pay on account; pay up; receipt; settle; suffice
OtherVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
- disbursement

Verwandte Wörter für "payment":


Synonyms for "payment":


Antonyme für "payment":

  • nonpayment

Verwandte Definitionen für "payment":

  1. the act of paying money2
  2. an act of requiting; returning in kind2
  3. a sum of money paid or a claim discharged2
  4. A transaction to record money that is paid to a supplier or customer for goods or services received. A payment transaction decreases the balance for a customer or vendor.1
  5. The amount of money that an employee receives in a check or direct deposit.1
  6. A past, present, or future settlement of an obligation.1

Wiktionary Übersetzungen für payment:

payment
noun
  1. the act of paying
  2. a sum of money paid in exchange for goods or services
payment
noun
  1. het onderhandigen of overboeken van geld in ruil voor goed of dienst

Cross Translation:
FromToVia
payment betaling Zahlungohne Plural: der Vorgang des Zahlens
payment betaling Zahlung — der erfolgte Besitzerwechsel einer bestimmten Summe Geldes
payment betaling paiement — Ce qui se donner pour acquitter une dette.
payment betaling; storting; uitbetaling; uitkering; voldoening payesalaire ou rémunération d’un travail.
payment betaling; storting; uitbetaling; uitkering; voldoening versement — finance|fr action de verser de l’argent dans une caisse.

payment form of pay:

to pay Verb (pays, paid, paying)

  1. to pay (settle; pay up)
    betalen; voldoen
    • betalen Verb (betaal, betaalt, betaalde, betaalden, betaald)
    • voldoen Verb (voldoe, voldoet, voldeed, voldeden, voldaan)
  2. to pay (spend)
    besteden; uitgeven; spenderen
    • besteden Verb (besteed, besteedt, besteedde, besteedden, besteed)
    • uitgeven Verb
    • spenderen Verb (spendeer, spendeert, spendeerde, spendeerden, gespendeerd)
  3. to pay (pay off)
    betalen; dokken; afrekenen
    • betalen Verb (betaal, betaalt, betaalde, betaalden, betaald)
    • dokken Verb (dok, dokt, dokte, dokten, gedokt)
    • afrekenen Verb (reken af, rekent af, rekende af, rekenden af, afgerekend)
  4. to pay (settle; pay on account; make even)
    voldoen; vereffenen; betalen
    • voldoen Verb (voldoe, voldoet, voldeed, voldeden, voldaan)
    • vereffenen Verb (vereffen, vereffent, vereffende, vereffenden, vereffend)
    • betalen Verb (betaal, betaalt, betaalde, betaalden, betaald)
  5. to pay
    lonen
    • lonen Verb (loon, loont, loonde, loonden, geloond)
  6. to pay (reward; remunerate; honour; repay; honor)
    honoreren; belonen; betalen; bezoldigen; salariëren
    • honoreren Verb (honoreer, honoreert, honoreerde, honoreerden, gehonoreerd)
    • belonen Verb (beloon, beloont, beloonde, beloonden, beloond)
    • betalen Verb (betaal, betaalt, betaalde, betaalden, betaald)
    • bezoldigen Verb (bezoldig, bezoldigt, bezoldigde, bezoldigden, bezoldigd)
    • salariëren Verb (salariëer, salariëert, salariëerde, salariëerden, gesalariëerd)
  7. to pay (settle; level; get even)
    verrekenen; vereffenen
    • verrekenen Verb (verreken, verrekent, verrekende, verrekenden, verrekend)
    • vereffenen Verb (vereffen, vereffent, vereffende, vereffenden, vereffend)
  8. to pay (bear the costs)
    bekostigen
    • bekostigen Verb (bekostig, bekostigt, bekostigde, bekostigden, bekostigd)
  9. to pay (pay out; pay over; cash)
    uitbetalen
    • uitbetalen Verb (betaal uit, betaalt uit, betaalde uit, betaalden uit, uitbetaald)
  10. to pay (share in the costs; contribute; make up)
    bijleggen; meebetalen

Konjugationen für pay:

present
  1. pay
  2. pay
  3. pays
  4. pay
  5. pay
  6. pay
simple past
  1. paid
  2. paid
  3. paid
  4. paid
  5. paid
  6. paid
present perfect
  1. have paid
  2. have paid
  3. has paid
  4. have paid
  5. have paid
  6. have paid
past continuous
  1. was paying
  2. were paying
  3. was paying
  4. were paying
  5. were paying
  6. were paying
future
  1. shall pay
  2. will pay
  3. will pay
  4. shall pay
  5. will pay
  6. will pay
continuous present
  1. am paying
  2. are paying
  3. is paying
  4. are paying
  5. are paying
  6. are paying
subjunctive
  1. be paid
  2. be paid
  3. be paid
  4. be paid
  5. be paid
  6. be paid
diverse
  1. pay!
  2. let's pay!
  3. paid
  4. paying
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

pay [the ~] Nomen

  1. the pay (salary; wage)
    het salaris; het loon; de bezoldiging; de gage; het inkomen
  2. the pay (salary; wage; payment; )
    het honorarium; het salaris; het loon; de bezoldiging; de verdienste; de gage; het arbeidsloon; het traktement; de soldij; de wedde
  3. the pay (salary; wage; income)
    het salaris; het loon; inkomen uit onderneming; het inkomen
  4. the pay (fee; payment; salary; wages)
    de wedde; de soldij
  5. the pay (pay envelope; pay packet)
    het loonzakje
  6. the pay (salary; remuneration)
    de salariëring
  7. the pay
    het loon
    • loon [het ~] Nomen

Übersetzung Matrix für pay:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
afrekenen clearance; settlement; settling
arbeidsloon allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages cost of making; manufacturing costs
betalen paying off; payment; settlement
bezoldiging allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages
dokken paying off; payment; settlement
gage allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages
honorarium allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages
inkomen income; pay; salary; wage fruits of labour; income; salary; wages
inkomen uit onderneming income; pay; salary; wage
loon allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages fruits of labour; income; recompense; remuneration; reward; salary; wages
loonzakje pay; pay envelope; pay packet
salaris allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages fruits of labour; income; salary; wages
salariëring pay; remuneration; salary
soldij allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages
traktement allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages
uitgeven publication; publishing
verdienste allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages merit
vereffenen settling
voldoen paying off; payment; settlement
wedde allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages
- earnings; remuneration; salary; wage
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
afrekenen pay; pay off pay for; pay off
bekostigen bear the costs; pay
belonen honor; honour; pay; remunerate; repay; reward
besteden pay; spend pass; spend
betalen honor; honour; make even; pay; pay off; pay on account; pay up; remunerate; repay; reward; settle
bezoldigen honor; honour; pay; remunerate; repay; reward
bijleggen contribute; make up; pay; share in the costs contribute more; pay an additional charge; pay extra; pay in; reconcile; settle; settle the difference
dokken pay; pay off dock
honoreren honor; honour; pay; remunerate; repay; reward
lonen pay
meebetalen contribute; make up; pay; share in the costs
salariëren honor; honour; pay; remunerate; repay; reward
spenderen pay; spend
uitbetalen cash; pay; pay out; pay over
uitgeven pay; spend issue; launch; publish; release; start
vereffenen get even; level; make even; pay; pay on account; settle pay for; pay off; settle
verrekenen get even; level; pay; settle clear; deduct; miscalculate; pay for; pay off
voldoen make even; pay; pay on account; pay up; settle pay a bill; receipt; settle; suffice
- ante up; bear; compensate; devote; give; make up; pay off; pay up; yield
OtherVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
- remunerate

Verwandte Wörter für "pay":


Synonyms for "pay":


Antonyme für "pay":


Verwandte Definitionen für "pay":

  1. something that remunerates2
    • wages were paid by check2
    • he wasted his pay on drink2
  2. dedicate2
    • pay attention to2
  3. bear (a cost or penalty), in recompense for some action2
    • You'll pay for this!2
    • She had to pay the penalty for speaking out rashly2
    • You'll pay for this opinion later2
  4. convey, as of a compliment, regards, attention, etc.; bestow2
    • Don't pay him any mind2
    • pay attention2
  5. give money, usually in exchange for goods or services2
    • I paid four dollars for this sandwich2
  6. cancel or discharge a debt2
  7. discharge or settle2
    • pay a debt2
    • pay an obligation2
  8. do or give something to somebody in return2
    • Does she pay you for the work you are doing?2
  9. bring in2
    • How much does this savings certificate pay annually?2
  10. make a compensation for2
    • a favor that cannot be paid back2
  11. render2
    • pay a visit2
    • pay a call2
  12. be worth it2
    • It pays to go through the trouble2

Wiktionary Übersetzungen für pay:

pay
verb
  1. to give money in exchange for goods or services
  2. to be profitable
  3. -
pay
verb
  1. een aankoop of schuld betalen
  2. geld (of andere zaken) geven aan iemand om de kosten te voldoen
  3. salaris geven aan
  4. belonen voor arbeid
noun
  1. financiële vergoeding voor geleverde arbeid
  2. loon van soldaten

Cross Translation:
FromToVia
pay uitbetalen; vergoeden; salariëren; bezoldigen entlohnen — (transitiv) jemanden für erbrachte Leistungen bezahlen; veraltet: jemandem den Lohn für etwas zahlen
pay betalen zahlen — Geld für eine Ware oder Leistung geben
pay bezoldigen; salariëren appointerrétribuer par appointements.
pay betalen; dokken; storten; uitbetalen; uitkeren; voldoen payer — Donner de l’argent pour un bien ou un service
pay salaris; bezoldiging; gage; loon; traktement; verdienste; wedde salairerémunération pour un travail.

Verwandte Übersetzungen für payment