Übersicht
Englisch nach Niederländisch:   mehr Daten
  1. hard-working:


Englisch

Detailübersetzungen für hard-working (Englisch) ins Niederländisch

hard-working:

hard-working Adjektiv

  1. hard-working (industrious; busy; active; )
    actief; bedrijvig; bezig; druk
  2. hard-working (industrious; active; operative; )
    actief; bedrijvig; werkzaam; arbeidend; arbeidzaam; werkend; bezig
  3. hard-working (industrious; active)
    actief; bedrijvig; bezig; nijver

Übersetzung Matrix für hard-working:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
druk charges; circulation; compulsion; impression; pressure; print
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
actief active; actively; at work; busily; busy; hard-working; humming; industrious; industriously; laborious; operative; working active; dynamic; energetic; lively
arbeidzaam active; actively; at work; hard-working; industrious; industriously; laborious; operative; working diligent; hard working; industrious; laborious
bedrijvig active; actively; at work; busily; busy; hard-working; humming; industrious; industriously; laborious; operative; working
bezig active; actively; at work; busily; busy; hard-working; humming; industrious; industriously; laborious; operative; working
druk active; actively; busily; busy; hard-working; humming; industrious; industriously; operative; working animated; busily engaged; busy; engaged; occupied; tied up; up; vibrant
nijver active; hard-working; industrious
werkend active; actively; at work; hard-working; industrious; industriously; laborious; operative; working
werkzaam active; actively; at work; hard-working; industrious; industriously; laborious; operative; working
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
arbeidend active; actively; at work; hard-working; industrious; industriously; laborious; operative; working

Verwandte Übersetzungen für hard-working