Übersicht
Englisch nach Niederländisch: mehr Daten
- reflect:
-
Wiktionary:
- reflect → weerkaatsen, weerspiegelen, doordenken, reflecteren
- reflect → bezinnen, beschouwen, nagaan, overwegen, rekening houden met, reflecteren, spiegelen, terugkaatsen, weerkaatsen, weerspiegelen, aanhouden, afdanken, afmonsteren, doorsturen, doorzenden, heruitzenden, ontslaan, ontzetten, refereren, retourneren, royeren, terugbezorgen, teruggooien, terugsturen, terugwerpen, terugwijzen, uitdrijven, uitstellen, verdagen, verdrijven, verjagen, verschuiven, verwijzen, wegdrijven, wegjagen
Englisch
Detailübersetzungen für reflect (Englisch) ins Niederländisch
reflect:
-
to reflect (consider; deliberate; have a conference; think it over; meet; hold session; discuss)
-
to reflect (be reflected; mirror; cast back)
-
to reflect (strike back; reverberate; echo)
-
to reflect (mirror)
-
to reflect (think; consider; ponder; cogitate; muse; brood; wonder)
-
to reflect (do some hard thinking; consider; think better of it)
-
to reflect (mirror; reverberate)
-
to reflect
– To copy driver binaries, install services, and add registry keys for one or more drivers from a driver package onto a system, without the context of a specific device. A system can be booted from reflected drivers, however full device installation may still be required in order to enable full driver functionality. 2
Konjugationen für reflect:
present
- reflect
- reflect
- reflects
- reflect
- reflect
- reflect
simple past
- reflected
- reflected
- reflected
- reflected
- reflected
- reflected
present perfect
- have reflected
- have reflected
- has reflected
- have reflected
- have reflected
- have reflected
past continuous
- was reflecting
- were reflecting
- was reflecting
- were reflecting
- were reflecting
- were reflecting
future
- shall reflect
- will reflect
- will reflect
- shall reflect
- will reflect
- will reflect
continuous present
- am reflecting
- are reflecting
- is reflecting
- are reflecting
- are reflecting
- are reflecting
subjunctive
- be reflected
- be reflected
- be reflected
- be reflected
- be reflected
- be reflected
diverse
- reflect!
- let's reflect!
- reflected
- reflecting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Übersetzung Matrix für reflect:
Verwandte Wörter für "reflect":
Synonyms for "reflect":
Verwandte Definitionen für "reflect":
Wiktionary Übersetzungen für reflect:
reflect
Cross Translation:
verb
reflect
-
to mirror, or show the image of something
- reflect → weerkaatsen; weerspiegelen
verb
-
[doordénken] serieus en goed nadenken over een kwestie
-
een beeld weerkaatsen
-
door elastische botsing van richting veranderen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• reflect | → bezinnen | ↔ besinnen — (reflexiv) klar werden, nachdenken |
• reflect | → beschouwen; nagaan; overwegen; rekening houden met | ↔ considérer — regarder attentivement. |
• reflect | → reflecteren; spiegelen; terugkaatsen; weerkaatsen; weerspiegelen | ↔ refléter — renvoyer l’image, la lumière ou la couleur. |
• reflect | → aanhouden; afdanken; afmonsteren; doorsturen; doorzenden; heruitzenden; ontslaan; ontzetten; refereren; reflecteren; retourneren; royeren; spiegelen; terugbezorgen; teruggooien; terugkaatsen; terugsturen; terugwerpen; terugwijzen; uitdrijven; uitstellen; verdagen; verdrijven; verjagen; verschuiven; verwijzen; weerkaatsen; weerspiegelen; wegdrijven; wegjagen | ↔ renvoyer — envoyer de nouveau. |