Übersicht
Deutsch nach Niederländisch:   mehr Daten
  1. nachfolgen:
  2. Wiktionary:


Deutsch

Detailübersetzungen für nachfolgen (Deutsch) ins Niederländisch

nachfolgen:

nachfolgen Verb (folge nach, folgst nach, folgt nach, folgte nach, folgtet nach, nachgefolgt)

  1. nachfolgen (hinterherkommen; nachkommen)
    volgen; achternagaan; nalopen; achternalopen
    • volgen Verb (volg, volgt, volgde, volgden, gevolgd)
    • achternagaan Verb (ga achterna, gaat achterna, ging achterna, gingen achterna, achternagegaan)
    • nalopen Verb (loop na, loopt na, liep na, liepen na, nagelopen)
    • achternalopen Verb (loop achterna, loopt achterna, liep achterna, liepen achterna, achternagelopen)
  2. nachfolgen (folgen; nachkommen)
    opvolgen; volgen; navolgen
    • opvolgen Verb (volg op, volgt op, volgde op, volgden op, opgevolgd)
    • volgen Verb (volg, volgt, volgde, volgden, gevolgd)
    • navolgen Verb (volg na, volgt na, volgde na, volgden na, nagevolgd)
  3. nachfolgen (gehorchen; folgen; nachkommen; befolgen)
    gehoorzamen; luisteren
    • gehoorzamen Verb (gehoorzaam, gehoorzaamt, gehoorzaamde, gehoorzaamden, gehoorzaamd)
    • luisteren Verb (luister, luistert, luisterde, luisterden, geluisterd)
  4. nachfolgen (folgen)
    navolgen; komen na
    • navolgen Verb (volg na, volgt na, volgde na, volgden na, nagevolgd)
    • komen na Verb (kom na, komt na, kwam na, kwamen na, gekomen na)
  5. nachfolgen (gehorchen; befolgen; folgen; nachkommen)
    gehoorzamen; gevolg geven aan
    • gehoorzamen Verb (gehoorzaam, gehoorzaamt, gehoorzaamde, gehoorzaamden, gehoorzaamd)
    • gevolg geven aan Verb (geef gevolg aan, geeft gevolg aan, gaf gevolg aan, gaven gevolg aan, gevolg gegeven aan)
  6. nachfolgen (nachkommen)

Konjugationen für nachfolgen:

Präsens
  1. folge nach
  2. folgst nach
  3. folgt nach
  4. folgen nach
  5. folgt nach
  6. folgen nach
Imperfekt
  1. folgte nach
  2. folgtest nach
  3. folgte nach
  4. folgten nach
  5. folgtet nach
  6. folgten nach
Perfekt
  1. habe nachgefolgt
  2. hast nachgefolgt
  3. hat nachgefolgt
  4. haben nachgefolgt
  5. habt nachgefolgt
  6. haben nachgefolgt
1. Konjunktiv [1]
  1. folge nach
  2. folgest nach
  3. folge nach
  4. folgen nach
  5. folget nach
  6. folgen nach
2. Konjunktiv
  1. folgte nach
  2. folgtest nach
  3. folgte nach
  4. folgten nach
  5. folgtet nach
  6. folgten nach
Futur 1
  1. werde nachfolgen
  2. wirst nachfolgen
  3. wird nachfolgen
  4. werden nachfolgen
  5. werdet nachfolgen
  6. werden nachfolgen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde nachfolgen
  2. würdest nachfolgen
  3. würde nachfolgen
  4. würden nachfolgen
  5. würdet nachfolgen
  6. würden nachfolgen
Diverses
  1. folg nach!
  2. folgt nach!
  3. folgen Sie nach!
  4. nachgefolgt
  5. nachfolgend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Übersetzung Matrix für nachfolgen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
gevolg geven aan Ausführen; Folge
luisteren Anhören; Hören; Turbulenzgeschwindigkeit
volgen Vervolgen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
achternagaan hinterherkommen; nachfolgen; nachkommen
achternalopen hinterherkommen; nachfolgen; nachkommen
gehoorzamen befolgen; folgen; gehorchen; nachfolgen; nachkommen
gevolg geven aan befolgen; folgen; gehorchen; nachfolgen; nachkommen
komen na folgen; nachfolgen
later komen nachfolgen; nachkommen
luisteren befolgen; folgen; gehorchen; nachfolgen; nachkommen anhören; hinhören; horchen; hören; lauschen; zuhören
nalopen hinterherkommen; nachfolgen; nachkommen
navolgen folgen; nachfolgen; nachkommen imitieren; kopieren; nachahmen; nachbilden; nachmachen
opvolgen folgen; nachfolgen; nachkommen
volgen folgen; hinterherkommen; nachfolgen; nachkommen beachten; begleiten; folgen; geleiten; herumführen; mitgehen; nachgehen; nachjagen; verfolgen

Wiktionary Übersetzungen für nachfolgen:

nachfolgen
verb
  1. iemands functie overnemen

Cross Translation:
FromToVia
nachfolgen daarop volgen; erop volgen ensue — to occur as consequence