Deutsch

Detailübersetzungen für Zeugnis (Deutsch) ins Niederländisch

Zeugnis:

Zeugnis [das ~] Nomen

  1. Zeugnis (Zeugenaussage)
    de verklaring; de getuigenis; het testimonium; de getuigenverklaring
  2. Zeugnis (Schulzeugnis)
    het schoolrapport; de cijferlijst; de schoolakte
  3. Zeugnis (Schulzeugnis)
  4. Zeugnis (Universitätsdiplom; Diplom; Urkunde; Dokument)
    universiteitsdiploma; de bul
  5. Zeugnis (Schriftstück; Vertrag; Akte; )
    de akte; het bewijsstuk; acte

Übersetzung Matrix für Zeugnis:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
acte Akte; Diplom; Dokument; Lizenz; Schein; Schriftstück; Vertrag; Zeugnis
akte Akte; Diplom; Dokument; Lizenz; Schein; Schriftstück; Vertrag; Zeugnis Dokument; Schriftstück; Urkunde
bewijsstuk Akte; Diplom; Dokument; Lizenz; Schein; Schriftstück; Vertrag; Zeugnis Beleg; Bescheinigung; Beweis; Beweisstück; Dokument; Schriftstück
bul Diplom; Dokument; Universitätsdiplom; Urkunde; Zeugnis
cijferlijst Schulzeugnis; Zeugnis
getuigenis Zeugenaussage; Zeugnis
getuigenverklaring Zeugenaussage; Zeugnis Zeugenaussage
lijst met cijfers Schulzeugnis; Zeugnis
schoolakte Schulzeugnis; Zeugnis
schoolrapport Schulzeugnis; Zeugnis
testimonium Zeugenaussage; Zeugnis
universiteitsdiploma Diplom; Dokument; Universitätsdiplom; Urkunde; Zeugnis
verklaring Zeugenaussage; Zeugnis Angabe; Anzeige; Anzeigen; Aufklärung; Aufschluß; Auskunft; Auslegung; Aussage; Aussprache; Ausspruch; Begründung; Bekanntgabe; Bekanntmachung; Bericht; Darlegung; Deutung; Erklärung; Erläuterung; Erörterung; Information; Instruktion; Interpretation; Meldung; Mitteilung; Nachricht; Strafmandat; Verdeutlichung; Zollerklärung; erklärende Auslegung

Synonyms for "Zeugnis":


Wiktionary Übersetzungen für Zeugnis:

Zeugnis
noun
  1. schriftelijk bewijs
  2. een schriftelijk bewijs
  3. een verklaring over een persoon of zaak
  4. een schriftelijk bericht over de voortgang op school

Cross Translation:
FromToVia
Zeugnis rapport; rapportkaart report card — grades
Zeugnis getuigenis testimony — statement in court
Zeugnis bewijs; blijk; teken; merkteken; wenk; adstructie; attest; certificaat; getuigenis; getuigschrift; testimonium; verklaring; getuigenverklaring témoignageaction de témoigner ; rapport d’un ou de plusieurs témoins sur un fait, soit de vive voix, soit par écrit.