Home ->Wörterbücher ->Deutsch/Niederländisch ->übersetze Personenwagen

übersetze Personenwagen von Deutsche ins Niederländisch

Übersicht

Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten

Personenwagen:
- auto; wagen; vehikel; kar

Deutsch

Detailübersetzungen für Personenwagen (Deutsch) ins Niederländisch

Personenwagen:

Personenwagen [der ~] Nomen

der Personenwagen (Auto; Fahrzeug; Wagen)
de auto; de wagen; het vehikel; de kar
- auto [de ~ (m)] Nomen
- wagen [de ~ (m)] Nomen
- vehikel [het ~] Nomen
- kar [de ~] Nomen

Übersetzung Matrix für Personenwagen:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
auto	Auto; Fahrzeug; Personenwagen; Wagen
kar	Auto; Fahrzeug; Personenwagen; Wagen	Fuhrwerk; Gefährt; Handwagen; Karre; Karren; Schüssel; Vehikel; Wagen; Zugmaschine
vehikel	Auto; Fahrzeug; Personenwagen; Wagen	Fuhrwerk; Gefährt; Karren; Vehikel; Wagen; Zugmaschine
wagen	Auto; Fahrzeug; Personenwagen; Wagen	Fuhrwerk; Gefährt; Karren; Mut haben; Pferdewagen; Vehikel; Wagen; Zugmaschine; sich Getrauen
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
wagen		riskieren; sich getrauen; sich trauen; sich wagen; wagen

Synonyms for "Personenwagen":

Auto; Automobil; Blechbüchse; fahrbarer Untersatz; Flunder; Kalesche; Karre; Kiste; Kutsche; Personenkraftwagen; PKW; Pkw; Schlitten; Wagen; Fahrgerät; Fahrmaschine; Fahrzeug; Gefährt; Vehikel; Verkehrsmittel