Übersicht
Deutsch nach Niederländisch:   mehr Daten
  1. Büro:
  2. Wiktionary:


Deutsch

Detailübersetzungen für Büro (Deutsch) ins Niederländisch

Büro:

Büro [das ~] Nomen

  1. Büro (Schreibtisch; Pult; Arbeitstisch)
    het bureau; de schrijftafel; de lessenaar; het schrijfbureau
  2. Büro (Geschäftsbüro)
    het handelskantoor
  3. Büro
    de typekamer

Übersetzung Matrix für Büro:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bureau Arbeitstisch; Büro; Pult; Schreibtisch Schreibtisch
handelskantoor Büro; Geschäftsbüro
lessenaar Arbeitstisch; Büro; Pult; Schreibtisch Pult; kleiner Schreibtisch
schrijfbureau Arbeitstisch; Büro; Pult; Schreibtisch
schrijftafel Arbeitstisch; Büro; Pult; Schreibtisch
typekamer Büro

Synonyms for "Büro":


Wiktionary Übersetzungen für Büro:

Büro
noun
  1. Dienststelle oder Geschäftsräumlichkeit, in der verschiedene schriftliche oder verwaltungstechnische Arbeiten erledigt werden
Büro
noun
  1. een (politie)kantoor
  2. een kantoor
  3. een instelling waar allerlei administratieve handelingen worden uitgevoerd

Cross Translation:
FromToVia
Büro bureau; kantoor; agentschap bureau — office
Büro bureel; bureau bureau — desk
Büro agentschap; bureau; kantoor buro — office
Büro bureel buro — desk
Büro kantoor; bureau office — building or room
Büro advocatenkantoor; bureau; bureel; kantoor bureau — (vieilli) désuet|fr étoffe de bure.
Büro studie étudeapprentissage, travail pour apprendre ou approfondir des savoirs.