Übersicht
Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten
-
mit einer Klammer zusammenhaken:
-
Wiktionary:
mit einer Klammer zusammenhaken → vasthaken
-
Wiktionary:
Deutsch
Detailübersetzungen für mit einer Klammer zusammenhaken (Deutsch) ins Niederländisch
mit einer Klammer zusammenhaken: (*Wort und Satz getrennt)
- mit: met
- einer: een; eentje; die; degene; diegene
- Klammer: nietje; klem; klemhaak; tandheugel; kram; klamp; teksthaakje; klamplaag; bootsklamp; bracket
- zusammen: samen; gezamenlijk; tezamen; met z'n beiden; bij elkaar; bijeen; gemeenschappelijk; met zijn allen; saam; aaneen; opeen
- haken: haken; ophangen; aanhaken; aankoppelen; vasthaken; vastkoppelen; ergens aan hangen; inhaken
- Haken: haak; ophanghaak; haakje; ophanghaakje; weerhaak; vishaak; angel; gifangel
Wiktionary Übersetzungen für mit einer Klammer zusammenhaken:
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • mit einer Klammer zusammenhaken | → vasthaken | ↔ agrafer — attacher avec une agrafe. |