Home ->Wörterbücher ->Deutsch/Niederländisch ->Suche: Reibelaut

Deutsche und niederländische Suchergebnisse für: Reibelaut

Übersicht

Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten

Reibelaut:
- Wiktionary:
  Reibelaut → fricatief, sisklank
  Reibelaut → wrijfklank, fricatief
- Synonyms for "Reibelaut":
  Engelaut; Frikativ; Konstriktiv; Spirans; Spirant; Konsonant; Mitlaut

Deutsch

Detailübersetzungen für Reibelaut (Deutsch) ins Niederländisch

Reibelaut: ^{(*Wort und Satz getrennt)}

Reibe: rasp
laut: hard; hardop; luid; luidruchtig; rumoerig; lawaaierig; luid klinkend; blijkens; keihard; oorverdovend; schreeuwend; joelend; opzichtig; schreeuwerig; protserig
Laut: toon; klank; klankgeluid
reiben: schuren; raspen; schaven

Reibelaut:

Synonyms for "Reibelaut":

Engelaut; Frikativ; Konstriktiv; Spirans; Spirant; Konsonant; Mitlaut

Wiktionary Übersetzungen für Reibelaut:

Reibelaut

noun

een medeklinker die geproduceerd wordt met een gedeeltelijke obstructie ergens in het spraakkanaal
- fricatief; sisklank → Frikativ; Reibelaut

een medeklinker die geproduceerd wordt met een gedeeltelijke obstructie ergens in het spraakkanaal
- wrijfklank → Frikativ; Reibelaut

Cross Translation:

From	To	Via
• Reibelaut	→ wrijfklank; fricatief	↔ fricative — consonant