Übersicht
Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten
-
plattmachen:
-
Wiktionary:
plattmachen → aandrukken -
Synonyms for "platt machen":
beschädigen; demolieren; grillen; himmeln; kaputt machen; kaputtmachen; ruinieren; schrotten; schädigen; trashen; zerdeppern; zerhackstückeln; zerschlagen; zerstören; zertrümmern
bügeln; glätten; mangeln; plätten; walzen
ausmerzen; ausrotten; austilgen; beseitigen; plätten; tilgen; vernichten
-
Wiktionary:
Deutsch
Detailübersetzungen für plattmachen (Deutsch) ins Niederländisch
plattmachen: (*Wort und Satz getrennt)
- platt: gelijk; strak; glad; egaal; effen; geslepen; vlakuit; grof; plat; ordinair; vulgair; platvloers; vlak; geëgaliseerd; laag; banaal; vuig; volks; lomp; triviaal; vunzig; schunnig; laag-bij-de-grond; ploertig
- machen: maken; scheppen; in het leven roepen; produceren; vervaardigen; voortbrengen; fabriceren; functioneren
platt machen:
Synonyms for "platt machen":
Wiktionary Übersetzungen für plattmachen:
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • plattmachen | → aandrukken | ↔ flatten — to knock down or lay low |