Home ->Wörterbücher ->Deutsch/Niederländisch ->Suche: Schuhwerk

Deutsche und niederländische Suchergebnisse für: Schuhwerk

Übersicht

Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten

Schuhwerk:
- schoenen; schoeisel; kistjes
Wiktionary:
- Schuhwerk → schoeisel

Deutsch

Detailübersetzungen für Schuhwerk (Deutsch) ins Niederländisch

Schuhwerk:

Schuhwerk [das ~] Nomen

Schuhwerk (Schuhe; Fußbekleidung)
de schoenen; de schoeisel; de kistjes
- schoenen [de ~] Nomen, Plural
- schoeisel [de ~] Nomen
- kistjes [de ~] Nomen, Plural

Übersetzung Matrix für Schuhwerk:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
kistjes	Fußbekleidung; Schuhe; Schuhwerk	Schreine
schoeisel	Fußbekleidung; Schuhe; Schuhwerk
schoenen	Fußbekleidung; Schuhe; Schuhwerk

Synonyms for "Schuhwerk":

Fußbekleidung; Latschen; Schlappen; Schuhe; Treter; Anziehsachen; Bekleidung; Garderobe; Gewand; Klamotten; Kleider; Kleidung; Kluft; Outfit; Sachen; Zeug

Wiktionary Übersetzungen für Schuhwerk:

Schuhwerk

noun

alles wat men om de voeten heen kan dragen, zoals schoenen en laarzen
- schoeisel → Schuhwerk