Übersicht


Niederländisch

Detailübersetzungen für innerlijk (Niederländisch) ins Spanisch

innerlijk:

innerlijk Adjektiv

  1. innerlijk (binnenste)
    interior
  2. innerlijk (geestelijk; inwendig)

innerlijk [znw.] Nomen

  1. innerlijk (psyche)
    la psique; la parte de dentro; la psiquis; la parte interior; el lado interior

Übersetzung Matrix für innerlijk:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
interior achterland; binnenkant; binnenland; binnenlanden; binnenste; binnenzijde; interieur; inwendige; middelste
interno bewoner; geïnterneerde; huisbewoner; inwoner
lado interior innerlijk; psyche binnenkant; binnenzijde
parte de dentro innerlijk; psyche binnenkant; binnenzijde; interieur; inwendige
parte interior innerlijk; psyche binnenkant; binnenste; binnenzijde; middelste
psique innerlijk; psyche
psiquis innerlijk; psyche
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
interno geestelijk; innerlijk; inwendig binnen het bedrijf; intern; inwendig; inwendige; inwonende; stagiair; van binnen
AdverbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
internamente geestelijk; innerlijk; inwendig binnen het bedrijf; binnenwaarts; inwaarts; inwendige; van binnen
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
innata geestelijk; innerlijk; inwendig
interior binnenste; geestelijk; innerlijk; inwendig autochtoon; inheems; inlands; intern; inwendig; inwendige; van binnen

Verwandte Wörter für "innerlijk":

  • innerlijkheid, innerlijke