Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. wegslijpen:


Niederländisch

Detailed Synonyms for wegslijpen in Niederländisch

wegslijpen:

wegslijpen [znw.] Nomen

  1. wegslijpen
    slijpen; wegslijpen

wegslijpen Verb (slijp weg, slijpt weg, sleep weg, slepen weg, weggeslepen)

  1. wegslijpen
    uitslijpen; wegslijpen
    • uitslijpen Verb (slijp uit, slijpt uit, sleep uit, slepen uit, uitgeslepen)
    • wegslijpen Verb (slijp weg, slijpt weg, sleep weg, slepen weg, weggeslepen)

Konjugationen für wegslijpen:

o.t.t.
  1. slijp weg
  2. slijpt weg
  3. slijpt weg
  4. slijpen weg
  5. slijpen weg
  6. slijpen weg
o.v.t.
  1. sleep weg
  2. sleep weg
  3. sleep weg
  4. slepen weg
  5. slepen weg
  6. slepen weg
v.t.t.
  1. heb weggeslepen
  2. hebt weggeslepen
  3. heeft weggeslepen
  4. hebben weggeslepen
  5. hebben weggeslepen
  6. hebben weggeslepen
v.v.t.
  1. had weggeslepen
  2. had weggeslepen
  3. had weggeslepen
  4. hadden weggeslepen
  5. hadden weggeslepen
  6. hadden weggeslepen
o.t.t.t.
  1. zal wegslijpen
  2. zult wegslijpen
  3. zal wegslijpen
  4. zullen wegslijpen
  5. zullen wegslijpen
  6. zullen wegslijpen
o.v.t.t.
  1. zou wegslijpen
  2. zou wegslijpen
  3. zou wegslijpen
  4. zouden wegslijpen
  5. zouden wegslijpen
  6. zouden wegslijpen
diversen
  1. slijp weg!
  2. slijpt weg!
  3. weggeslepen
  4. wegslijpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze