Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. vakantie:


Niederländisch

Detailed Synonyms for vakantie in Niederländisch

vakantie:

vakantie [de ~ (v)] Nomen

  1. de vakantie
    – periode waarin je vrij hebt van school of werk 1
    de vakantie
    – periode waarin je vrij hebt van school of werk 1
    • vakantie [de ~ (v)] Nomen
      • in de vakantie zwem ik elke dag1
    het verlof; de snipperdag; de verloftijd; verlofjaar
  2. de vakantie
    – periode waarin je vrij hebt van school of werk 1
    de vakantie
    – periode waarin je vrij hebt van school of werk 1
    • vakantie [de ~ (v)] Nomen
      • in de vakantie zwem ik elke dag1

Verwandte Wörter für "vakantie":

  • vakanties

Antonyme für "vakantie":


Verwandte Definitionen für "vakantie":

  1. periode waarin je vrij hebt van school of werk1
    • in de vakantie zwem ik elke dag1

Related Synonyms for vakantie