Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. bedoelen:


Niederländisch

Detailed Synonyms for bedoelen in Niederländisch

bedoelen:

bedoelen Verb (bedoel, bedoelt, bedoelde, bedoelden, bedoeld)

  1. bedoelen
    bedoelen; ergens iets mee willen zeggen
  2. bedoelen
    bedoelen; beogen; ten doel hebben
  3. bedoelen
    – willen dat hij snapt waarover je het hebt 1
    bedoelen
    – willen dat hij snapt waarover je het hebt 1
    • bedoelen Verb (bedoel, bedoelt, bedoelde, bedoelden, bedoeld)
      • wat bedoel je precies?1

Konjugationen für bedoelen:

o.t.t.
  1. bedoel
  2. bedoelt
  3. bedoelt
  4. bedoelen
  5. bedoelen
  6. bedoelen
o.v.t.
  1. bedoelde
  2. bedoelde
  3. bedoelde
  4. bedoelden
  5. bedoelden
  6. bedoelden
v.t.t.
  1. heb bedoeld
  2. hebt bedoeld
  3. heeft bedoeld
  4. hebben bedoeld
  5. hebben bedoeld
  6. hebben bedoeld
v.v.t.
  1. had bedoeld
  2. had bedoeld
  3. had bedoeld
  4. hadden bedoeld
  5. hadden bedoeld
  6. hadden bedoeld
o.t.t.t.
  1. zal bedoelen
  2. zult bedoelen
  3. zal bedoelen
  4. zullen bedoelen
  5. zullen bedoelen
  6. zullen bedoelen
o.v.t.t.
  1. zou bedoelen
  2. zou bedoelen
  3. zou bedoelen
  4. zouden bedoelen
  5. zouden bedoelen
  6. zouden bedoelen
diversen
  1. bedoel!
  2. bedoelt!
  3. bedoeld
  4. bedoelende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwandte Definitionen für "bedoelen":

  1. willen dat hij snapt waarover je het hebt1
    • wat bedoel je precies?1