Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. afwezigheid:
  2. afwezig:


Niederländisch

Detailed Synonyms for afwezigheid in Niederländisch

afwezigheid:

afwezigheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de afwezigheid
    de afwezigheid; niet aanwezig zijn; de absentie
  2. de afwezigheid
    de afwezigheid; de verstrooidheid

Verwandte Wörter für "afwezigheid":


afwezig:

afwezig Adjektiv

  1. afwezig
    afwezig; absent; gedachteloos
  2. afwezig
    – er niet met je hoofd bij zijn, niet opletten 1
    afwezig
    – er niet met je hoofd bij zijn, niet opletten 1
    • afwezig Adjektiv
      • wat zit je weer afwezig te kijken!1
  3. afwezig
    – er niet zijn 1
    afwezig
    – er niet zijn 1
    • afwezig Adjektiv
      • hoeveel studenten waren vandaag afwezig?1

Verwandte Wörter für "afwezig":


Antonyme für "afwezig":


Verwandte Definitionen für "afwezig":

  1. er niet met je hoofd bij zijn, niet opletten1
    • wat zit je weer afwezig te kijken!1
  2. er niet zijn1
    • hoeveel studenten waren vandaag afwezig?1