Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. rondbrieven:


Niederländisch

Detailübersetzungen für rondbrieven (Niederländisch) ins Französisch

rondbrieven:

rondbrieven Verb (brief rond, brieft rond, briefde rond, briefden rond, rondgebriefd)

  1. rondbrieven (doorvertellen; doorgeven; rondvertellen; doorspelen)
    transmettre; rapporter; répandre; faire circuler; colporter; se faire l'écho de
    • transmettre Verb (transmets, transmet, transmettons, transmettez, )
    • rapporter Verb (rapporte, rapportes, rapportons, rapportez, )
    • répandre Verb (répands, répand, répandons, répandez, )
    • colporter Verb (colporte, colportes, colportons, colportez, )

Konjugationen für rondbrieven:

o.t.t.
  1. brief rond
  2. brieft rond
  3. brieft rond
  4. brieven rond
  5. brieven rond
  6. brieven rond
o.v.t.
  1. briefde rond
  2. briefde rond
  3. briefde rond
  4. briefden rond
  5. briefden rond
  6. briefden rond
v.t.t.
  1. heb rondgebriefd
  2. hebt rondgebriefd
  3. heeft rondgebriefd
  4. hebben rondgebriefd
  5. hebben rondgebriefd
  6. hebben rondgebriefd
v.v.t.
  1. had rondgebriefd
  2. had rondgebriefd
  3. had rondgebriefd
  4. hadden rondgebriefd
  5. hadden rondgebriefd
  6. hadden rondgebriefd
o.t.t.t.
  1. zal rondbrieven
  2. zult rondbrieven
  3. zal rondbrieven
  4. zullen rondbrieven
  5. zullen rondbrieven
  6. zullen rondbrieven
o.v.t.t.
  1. zou rondbrieven
  2. zou rondbrieven
  3. zou rondbrieven
  4. zouden rondbrieven
  5. zouden rondbrieven
  6. zouden rondbrieven
diversen
  1. brief rond!
  2. brieft rond!
  3. rondgebriefd
  4. rondbrievend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für rondbrieven:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
colporter doorgeven; doorspelen; doorvertellen; rondbrieven; rondvertellen colporteren; huis-aan-huis-verkopen; klikken; leuren; uitventen; venten; verklappen; verklikken; verlinken; verraden
faire circuler doorgeven; doorspelen; doorvertellen; rondbrieven; rondvertellen aangeven; aanreiken; afgeven; doorgeven; geven; overgeven; overhandigen; ronddelen; rondgeven; rondreiken; toesteken; uitdelen; uitreiken; verdelen; verder reiken
rapporter doorgeven; doorspelen; doorvertellen; rondbrieven; rondvertellen berichten; doorslaan; iets melden; informeren; klikken; meedelen; melden; opbrengen; opleveren; overbrieven; rapporteren; terecht brengen; terugbezorgen; uit de school klappen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden; verslag uitbrengen
répandre doorgeven; doorspelen; doorvertellen; rondbrieven; rondvertellen afleggen; alom bekend maken; bezwijken; doorslaan; een boodschap uitdragen; het onderspit delven; klaar leggen; ronddelen; rondgeven; rondreiken; rondstrooien; spreiden; tenondergaan; uitdelen; uitdragen; uitreiken; uitspreiden; uitstrooien; uitwaaieren; uitzaaien; uitzenden; uitzwermen; verbreiden; verbreider; verdelen; verdeler; vergieten; verhaal vertellen; verhalen; verklappen; verkondigen; verraden; verspreiden; verstrooien; vertellen; waaieren; zich verspreiden
se faire l'écho de doorgeven; doorspelen; doorvertellen; rondbrieven; rondvertellen
transmettre doorgeven; doorspelen; doorvertellen; rondbrieven; rondvertellen aangeven; aanreiken; aansteken; afdragen; afgeven; besmetten; doen toekomen; doorgeven; doorsturen; doorzenden; een boodschap uitdragen; geven; iem. iets sturen; opsturen; overdragen aan; overgeven; overhandigen; overmaken; overzenden; posten; toesteken; toezenden; uitdragen; uitstrooien; uitzaaien; verder reiken; verkondigen; zenden