Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. reisbiljet:


Niederländisch

Detailübersetzungen für reisbiljet (Niederländisch) ins Französisch

reisbiljet:

reisbiljet [het ~] Nomen

  1. het reisbiljet
    le billet; le billet de voyage

Übersetzung Matrix für reisbiljet:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
billet reisbiljet aantekening; bankbiljet; beweringsgrond; bewijs; briefje; entreebiljet; kaart; kaartje; kattebelletje; kladbriefje; kladje; krabbel; papiergeld; plaatsbewijs; schrijfsel; spoorkaartje; ticket; toegangsbewijs; tramkaartje
billet de voyage reisbiljet spoorkaartje; tramkaartje

Verwandte Wörter für "reisbiljet":

  • reisbiljetten