Übersicht


Niederländisch

Detailübersetzungen für presentje (Niederländisch) ins Französisch

presentje:

presentje [het ~] Nomen

  1. het presentje (cadeau; geschenk; kado; aardigheid; present)
    le cadeau; le présent; le petit cadeau; la gentillesse; le don; le dons; le petit rien
  2. het presentje (verjaardagscadeau)
    le don; la gentillesse; le petit cadeau; le présent; le petit rien; le cadeau d'anniversaire
  3. het presentje (aardigheidje)
    la boutade; la raillerie; la blague; la plaisanterie; la rigolade; le badinage; la cocasserie; la trait d'esprit

Übersetzung Matrix für presentje:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
badinage aardigheidje; presentje aardigheid; geestigheid; gein; geintje; gekheid; grap; grapje; humor; jolijt; keet; leut; lol; lolletje; malheid; plezier; pret; pretje; scherts; uiting van vrolijkheid
blague aardigheidje; presentje aardigheid; bak; dwaasheid; geestigheid; gein; geintje; gekheid; gekkigheid; gekte; grap; grapje; humor; idioterie; jolijt; keet; kinderachtigheid; leut; lol; lolletje; mop; plezier; pret; pretje; scherts; uiting van vrolijkheid; zotheid
boutade aardigheidje; presentje aardigheid; canard; geestigheid; gein; geintje; gekheid; grap; grapje; grol; humor; kwinkslag; lolletje; pretje; scherts; uiting van vrolijkheid
cadeau aardigheid; cadeau; geschenk; kado; present; presentje donatie; gift; schenking
cadeau d'anniversaire presentje; verjaardagscadeau verjaarsgeschenk
cocasserie aardigheidje; presentje aardigheid; gein; geintje; gekheid; grapje; jolijt; keet; leut; lol; lolletje; malheid; plezier; pret; pretje; scherts
don aardigheid; cadeau; geschenk; kado; present; presentje; verjaardagscadeau aanleg; aanvoelen; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; donatie; feeling; gave; genialiteit; gevoel; gift; knobbel; kundigheid; schenking; scherpzinnigheid; talent; vernuft; vindingrijk vernuft
dons aardigheid; cadeau; geschenk; kado; present; presentje begaafdheden; donaties; giften
gentillesse aardigheid; cadeau; geschenk; kado; present; presentje; verjaardagscadeau galanterie; gastvrijheid; goedaardigheid; hartelijkheid; hoffelijkheid; liefheid; lieflijkheid; lieftalligheid; wellevendheid; zoetheid
petit cadeau aardigheid; cadeau; geschenk; kado; present; presentje; verjaardagscadeau aardigheid; cadeautje; doosje; klein cadeautje; kleinigheid; schede; vagina
petit rien aardigheid; cadeau; geschenk; kado; present; presentje; verjaardagscadeau kleinigheid; snuisterij
plaisanterie aardigheidje; presentje aardigheid; bak; canard; dwaasheid; geestigheid; gein; geintje; gekheid; gekkigheid; gekte; grap; grapje; grappenmakerij; grappigheid; grol; humor; idioterie; jolijt; keet; kinderachtigheid; kluchtigheid; koddigheid; kwinkslag; leut; lol; lolletje; malheid; mop; plezier; pret; pretje; scherts; snaaksheid; uiting van vrolijkheid; vermakelijkheid; zotheid
présent aardigheid; cadeau; geschenk; kado; present; presentje; verjaardagscadeau donatie; gift; heden; schenking; vandaag
raillerie aardigheidje; presentje aanfluiting; aardigheid; bespotten; bespotting; draak steken met; galgenhumor; gein; geintje; gekheid; gespot; grapje; hoon; hoongelach; ironie; jolijt; keet; leut; lol; lolletje; malheid; plezier; pret; pretje; sarcasme; schamperheid; scherts; smaad; spot; spotternij
rigolade aardigheidje; presentje aardigheid; geestigheid; gein; geintje; gekheid; grap; grapje; humor; joligheid; jolijt; keet; leut; lol; lolletje; plezier; pret; pretje; scherts; uiting van vrolijkheid
trait d'esprit aardigheidje; presentje aardigheid; canard; geestigheid; gein; geintje; gekheid; grap; grapje; grol; humor; kwinkslag; leukheid; lolletje; pretje; scherts; uiting van vrolijkheid
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
présent beschikbare; bestaand; bestaande; eigentijds; hedendaags; hedentendage; huidig; in deze dagen; in deze tijd; modern; momenteel; tegenwoordig; van het moment; van nu; van vandaag; vandaag de dag

Verwandte Wörter für "presentje":

  • presentjes

Wiktionary Übersetzungen für presentje:


Cross Translation:
FromToVia
presentje présent; cadeau; don gift — Something given to another voluntarily, without charge