Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. overhebben:


Niederländisch

Detailübersetzungen für overhebben (Niederländisch) ins Französisch

overhebben:

overhebben Verb (heb over, hebt over, heeft over, had over, hadden over, over gehad)

  1. overhebben (overhouden)

Konjugationen für overhebben:

o.t.t.
  1. heb over
  2. hebt over
  3. heeft over
  4. hebben over
  5. hebben over
  6. hebben over
o.v.t.
  1. had over
  2. had over
  3. had over
  4. hadden over
  5. hadden over
  6. hadden over
v.t.t.
  1. heb over gehad
  2. hebt over gehad
  3. heeft over gehad
  4. hebben over gehad
  5. hebben over gehad
  6. hebben over gehad
v.v.t.
  1. had over gehad
  2. had over gehad
  3. had over gehad
  4. hadden over gehad
  5. hadden over gehad
  6. hadden over gehad
o.t.t.t.
  1. zal overhebben
  2. zult overhebben
  3. zal overhebben
  4. zullen overhebben
  5. zullen overhebben
  6. zullen overhebben
o.v.t.t.
  1. zou overhebben
  2. zou overhebben
  3. zou overhebben
  4. zouden overhebben
  5. zouden overhebben
  6. zouden overhebben
diversen
  1. heb over!
  2. hebt over!
  3. over gehad
  4. overhebbend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für overhebben:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
avoir économisé overhebben; overhouden
avoir épargné overhebben; overhouden
rester à overhebben; overhouden