Übersicht


Niederländisch

Detailübersetzungen für onhelder (Niederländisch) ins Französisch

onhelder:

onhelder Adjektiv

  1. onhelder (mistig; wazig; nevelig; nevelachtig)
    brumeux; vague; flou; nébuleuse; nébuleux; brumeuse; vaporeux; estompé
  2. onhelder (wazig; onduidelijk; vaag; )
    vague; flou; vaguement; voilé; vaporeux; vaporeusement
  3. onhelder (troebel; onduidelijk; onklaar; )
    vague; indistinct; trouble; peu clair

Übersetzung Matrix für onhelder:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
trouble ontsteldheid; oproer; opstand; opstootje; rel; verbijstering; verbouwereerdheid; volksoproer; vuistgevecht; wanorde; wanordelijkheid; zooitje
vague breker; duister; duisterheid; golf; golfbeweging; golflijn; golving; onduidelijkheid; ondulatie; roller; undulatie
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
estompé mistig; nevelachtig; nevelig; onhelder; wazig gedempt; halfluid; lichter gekleurd; niet beschikbaar; uitgeschakeld; uitgesleten; vaag; vaag zichtbaar; verbloemd; verborgen; verdoezeld; verholen; verhuld; verscholen; vervaagd; wazig; weggezakt in het geheugen
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
brumeuse mistig; nevelachtig; nevelig; onhelder; wazig
brumeux mistig; nevelachtig; nevelig; onhelder; wazig dampig; dwaas; eigenaardig; gek; heiig; maf; mal; rokerig; typisch; vol rook; vreemd
flou flauw; mistig; nevelachtig; nevelig; onduidelijk; onhelder; vaag; vagelijk; wazig beneveld; bot; gedempt; halfluid; niet helder; onbepaald; onduidelijk; onscherp; troebel; vaag; vaag zichtbaar; wazig
indistinct niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; troebel; vaag niet helder; onbepaald; onduidelijk; vaag; wollig
nébuleuse mistig; nevelachtig; nevelig; onhelder; wazig
nébuleux mistig; nevelachtig; nevelig; onhelder; wazig damp uitwasemend; dampig; dampvormig; rokerig; vervaagd; vol rook; weggezakt in het geheugen
peu clair niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; troebel; vaag
trouble niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; troebel; vaag baggerig; drabbig; drassig; modderig; onzuiver; pruttig; slibachtig; slibberig; slijkerig; troebel; troebelachtig
vague flauw; mistig; nevelachtig; nevelig; niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; troebel; vaag; vagelijk; wazig bleek; dof; flauw; flets; gedempt; halfluid; mat; niet helder; niet zeker; onbepaald; onduidelijk; ongewis; onoverzichtelijk; onvast; vaag; vaag zichtbaar; verschoten; wazig; wollig
vaguement flauw; mistig; nevelachtig; onduidelijk; onhelder; vaag; vagelijk; wazig bleek; flauw; flauwtjes; flets; onbepaald; vaag; vaag zichtbaar; verschoten; wazig
vaporeusement flauw; mistig; nevelachtig; onduidelijk; onhelder; vaag; vagelijk; wazig
vaporeux flauw; mistig; nevelachtig; nevelig; onduidelijk; onhelder; vaag; vagelijk; wazig damp uitwasemend; dampachtig; dampig; dampvormig
voilé flauw; mistig; nevelachtig; onduidelijk; onhelder; vaag; vagelijk; wazig bedekt; gesluierd; mat; niet uitbundig; schemerig; schimmig; vaag; vaag zichtbaar; verbloemd; verborgen; verdoezeld; verholen; verhuld; verkapt; verscholen; versluierd; wazig

Verwandte Wörter für "onhelder":

  • onhelderheid