Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. mijden:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für mijden (Niederländisch) ins Französisch

mijden:

mijden Verb (mijd, mijdt, meed, meden, gemeden)

  1. mijden (uit de weg gaan; vermijden; ontlopen; ontwijken)
    éviter; échapper à
    • éviter Verb (évite, évites, évitons, évitez, )

Konjugationen für mijden:

o.t.t.
  1. mijd
  2. mijdt
  3. mijdt
  4. mijden
  5. mijden
  6. mijden
o.v.t.
  1. meed
  2. meed
  3. meed
  4. meden
  5. meden
  6. meden
v.t.t.
  1. heb gemeden
  2. hebt gemeden
  3. heeft gemeden
  4. hebben gemeden
  5. hebben gemeden
  6. hebben gemeden
v.v.t.
  1. had gemeden
  2. had gemeden
  3. had gemeden
  4. hadden gemeden
  5. hadden gemeden
  6. hadden gemeden
o.t.t.t.
  1. zal mijden
  2. zult mijden
  3. zal mijden
  4. zullen mijden
  5. zullen mijden
  6. zullen mijden
o.v.t.t.
  1. zou mijden
  2. zou mijden
  3. zou mijden
  4. zouden mijden
  5. zouden mijden
  6. zouden mijden
en verder
  1. ben gemeden
  2. bent gemeden
  3. is gemeden
  4. zijn gemeden
  5. zijn gemeden
  6. zijn gemeden
diversen
  1. mijd!
  2. mijdt!
  3. gemeden
  4. mijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für mijden:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fait d'éviter mijden; ontlopen; ontwijken; schuwen; verhoeden; vermijden; vermijding
tentative de s'échapper mijden; mijding; omtrekkende beweging; ontlopen; ontwijken; trachten te ontkomen aan
tracé mijden; mijding; omtrekkende beweging; ontlopen; ontwijken; trachten te ontkomen aan
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
échapper à mijden; ontlopen; ontwijken; uit de weg gaan; vermijden aan iemands aandacht ontgaan; de plaat poetsen; deserteren; er tussenuit knijpen; er vandoor gaan; ervandoor gaan; floepen; glippen; hem smeren; het leger ontvluchten; losbreken; ontgaan; ontglippen; ontschieten; ontvallen; per ongeluk zeggen; uitwijken voor iets; wegglippen; zich met geweld losbreken; zich uit de voeten maken
éviter mijden; ontlopen; ontwijken; uit de weg gaan; vermijden omzeilen; ontduiken; ontlopen; ontwijken; uitwijken voor iets; vermijden

Wiktionary Übersetzungen für mijden:

mijden
verb
  1. ontwijken, trachten niet in aanraking te komen met iets of iemand
mijden
verb
  1. Traductions à trier suivant le sens
  2. Échapper à