Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. enkel:
  2. Wiktionary:
  3. User Contributed Translations for enkel:
    • ne que, seule


Niederländisch

Detailübersetzungen für enkel (Niederländisch) ins Französisch

enkel:

enkel Adjektiv

  1. enkel (slechts; alleen maar)
  2. enkel
    seul; simple; unique
  3. enkel (uitsluitend; alleen; exclusief; enig)
  4. enkel (enkelvoudig)

enkel [de ~ (m)] Nomen

  1. de enkel (voetgewricht)
    la cheville; l'articulation du pied

Übersetzung Matrix für enkel:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
articulation du pied enkel; voetgewricht
cheville enkel; voetgewricht borgmoer; enkelgewricht; handvat in de vorm van stok; klem; klinknagel; nagel; pen; pin; spie; spijker; steel; stop; zekering
simple enkelspel
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
exclusif alleen; enig; enkel; exclusief; uitsluitend apart; bijzonder; dierbaar; enig; enig in zijn soort; exclusief; favoriete; geselecteerd; lievelings; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; select; speciaal; toegenegen; uniek; verkoren
- paar
AdverbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
- slechts
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
- maar
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
au singulier enkel; enkelvoudig
exclusivement alleen; enig; enkel; exclusief; uitsluitend apart; bijzonder; enig; enig in zijn soort; exclusief; louter; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; select; speciaal; uniek
seul enkel afgezonderd; afzonderlijk; alleenstaand; apart; eenmalig; eenvoudig; gemakkelijk; in quarantaine; licht; makkelijk; niet moeilijk; separaat; simpel; single; uniek; vereenzaamd
seulement alleen maar; enkel; slechts louter
simple enkel eenvoudig; gemakkelijk; in een handomdraai; ingetogen; licht; makkelijk; matig; moeiteloos; natuurlijk; niet moeilijk; ongecompliceerd; ongedwongen; ongekunsteld; onversierd; simpel; sober; stemmig; vanzelf; zonder moeite
unique alleen; enig; enkel; exclusief; uitsluitend apart; bijzonder; dolletjes; eenmalig; enig; enig in zijn soort; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; uniek
uniquement alleen; alleen maar; enig; enkel; exclusief; slechts; uitsluitend apart; bijzonder; eenmalig; enig; enig in zijn soort; louter; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; uniek

Verwandte Wörter für "enkel":

  • enkelen, enkels, enkeltje, enkeltjes, enkele

Synonyms for "enkel":


Antonyme für "enkel":


Verwandte Definitionen für "enkel":

  1. gewricht tussen been en voet1
    • hij heeft zijn enkel verstuikt bij het hardlopen1
  2. één stuks, niet samengesteld1
    • wil je een enkele of een dubbele boterham?1
  3. niet meer dan dat1
    • we hadden daar enkel regen1
  4. klein aantal1
    • we hebben enkele kinderen ondervraagd1

Wiktionary Übersetzungen für enkel:

enkel
noun
  1. gewricht dat de voet met het been verbindt
adverb
  1. weinig, een paar
enkel
noun
  1. Articulation.
adjective
  1. Qui est sans mélange.
  1. Uniquement, rien que… (sens général)

Cross Translation:
FromToVia
enkel cheville ankle — joint between foot and leg
enkel juste; simplement just — only, simply, merely
enkel cheville Knöchel — vorspringender Knochen am Fußansatz