Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. afrotten:


Niederländisch

Detailübersetzungen für afrotten (Niederländisch) ins Französisch

afrotten:

afrotten [znw.] Nomen

  1. afrotten
    le pourissement

afrotten Verb (rot af, rott af, rotte af, rotten af, afgerot)

  1. afrotten
    pourrir; se décomposer; se pourrir
    • pourrir Verb (pourris, pourrit, pourrissons, pourrissez, )
    • se pourrir Verb

Konjugationen für afrotten:

o.t.t.
  1. rot af
  2. rott af
  3. rott af
  4. rotten af
  5. rotten af
  6. rotten af
o.v.t.
  1. rotte af
  2. rotte af
  3. rotte af
  4. rotten af
  5. rotten af
  6. rotten af
v.t.t.
  1. ben afgerot
  2. bent afgerot
  3. is afgerot
  4. zijn afgerot
  5. zijn afgerot
  6. zijn afgerot
v.v.t.
  1. was afgerot
  2. was afgerot
  3. was afgerot
  4. waren afgerot
  5. waren afgerot
  6. waren afgerot
o.t.t.t.
  1. zal afrotten
  2. zult afrotten
  3. zal afrotten
  4. zullen afrotten
  5. zullen afrotten
  6. zullen afrotten
o.v.t.t.
  1. zou afrotten
  2. zou afrotten
  3. zou afrotten
  4. zouden afrotten
  5. zouden afrotten
  6. zouden afrotten
diversen
  1. rot af!
  2. rot af!
  3. afgerot
  4. afrottende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für afrotten:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
pourissement afrotten
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
pourrir afrotten achteruitgaan; bederven; beschimmelen; bezwijken; in staat van ontbinding zijn; instorten; liggen rotten; ontbinden; rotten; schimmelen; tenondergaan; teruggaan; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten; zinken
se décomposer afrotten afbreken; bederven; breken; desintegreren; in staat van ontbinding zijn; liggen rotten; neerhalen; omverhalen; ontbinden; rotten; slopen; uit elkaar halen; uit elkaar vallen; uiteenvallen; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten
se pourrir afrotten bederven; rotten; vergaan; verrotten; wegrotten