Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. zorgelijk:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für zorgelijk (Niederländisch) ins Französisch

zorgelijk:


Übersetzung Matrix für zorgelijk:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
critique aanmerking; beoordeling; bespreking; boekbespreking; commentaar; criticus; kritiek; opmerking; recensent; recensie
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
alarmant onrustbarend; verontrustend; zorgelijk; zorgwekkend angstaanjagend; angstwekkend; eng; griezelig; onrustbarend; ontstellend; schrikaanjagend; schrikwekkend; verontrustend; vreesaanjagend; vreeswekkend
consternant onrustbarend; verontrustend; zorgelijk; zorgwekkend angstwekkend; ijzingwekkend; onrustbarend; ontstellend; ontzettend; schrikbarend; schrikwekkend; verontrustend; vreselijk
critique benard; benauwd; ernstig; hachelijk; kritiek; onrustbarend; penibel; verontrustend; zorgelijk; zorgwekkend bedenkelijk; betwist; cruciaal; delicaat; dubieus; essentieel; hachelijk; kardinaal; kritiek; kritisch; kwestieus; lastig; moeilijk; netelig; niet makkelijk; noodzakelijk; omstreden; ongemakkelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; penibel; precair; problematisch; twijfelachtig; van levensbelang; verdacht; vitaal; voornaamst; wezenlijk; zwaar
d'une façon alarmante onrustbarend; verontrustend; zorgelijk; zorgwekkend
difficile benard; benauwd; ernstig; hachelijk; kritiek; penibel; zorgelijk; zorgwekkend bezwaarlijk; inspannend; kritisch; lastig; lastige; met bezwaren; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; pittig; problematisch; straf; veeleisend; zwaar
délicat benard; benauwd; ernstig; hachelijk; kritiek; penibel; zorgelijk; zorgwekkend bedenkelijk; betwist; breekbaar; broos; delicaat; dubieus; elegant; fijn; fijn van smaak; fijnbesnaard; fijngevoelig; fijntjes; fijnzinnig; fragiel; frèle; gracieus; hachelijk; heel mooi; heerlijk; hemels; iel; kieskeurig; kostelijk; kritiek; kwestieus; kwetsbaar; lastig; lekker; mager; met veel moeilijkheden gepaard gaan; moeilijk; netelig; niet makkelijk; omstreden; ongemakkelijk; overheerlijk; penibel; precair; problematisch; reuzelekker; sierlijk; slap; smakelijk; spichtig; sprieterig; subtiel; teder; teer; teerbesnaard; teergevoelig; tenger; twijfelachtig; uitgelezen; verdacht; verfijnd; verrukkelijk; zalig; zwaar; zwak
embarrassant benard; benauwd; ernstig; hachelijk; kritiek; penibel; zorgelijk; zorgwekkend ergerlijk; gênant; hinder veroorzakend; hinderlijk; irritant; lastig; lastige; met een groot gewicht; moeilijk; niet makkelijk; onaangenaam; ongemakkelijk; onhandelbaar; onhanteerbaar; onprettig; storend; vervelend; zwaar
gênant benard; benauwd; ernstig; hachelijk; kritiek; penibel; zorgelijk; zorgwekkend ergerlijk; genant; gênant; hinder veroorzakend; hinderlijk; irritant; lastig; lastige; moeilijk; niet makkelijk; niet schikkend; onaangenaam; ongemakkelijk; onprettig; pijnlijk; storend; vervelend; zeer doend; zwaar
inquiétant benard; benauwd; ernstig; hachelijk; kritiek; onrustbarend; penibel; verontrustend; zorgelijk; zorgwekkend angstaanjagend; angstwekkend; eng; erg; ernstig; griezelig; kwalijk; onrustbarend; ontstellend; schrikaanjagend; schrikwekkend; van bedenkelijke aard; verontrustend; vreesaanjagend; vreeswekkend
préoccupant onrustbarend; verontrustend; zorgelijk; zorgwekkend
pénible benard; benauwd; ernstig; hachelijk; kritiek; penibel; zorgelijk; zorgwekkend bezwaarlijk; genant; gênant; hinder veroorzakend; hinderlijk; lastig; lastige; met bezwaren; moeilijk; niet makkelijk; niet schikkend; onaangenaam; ongemakkelijk; pijnlijk; storend; zeer doend; zwaar
épineux benard; benauwd; ernstig; hachelijk; kritiek; penibel; zorgelijk; zorgwekkend branderig; doornachtig; doornachtige; doornen; doornig; met stekels; stekelig; van doornstruiken; van een doorngewas; vol doornen

Verwandte Wörter für "zorgelijk":

  • zorgelijkheid, zorgelijker, zorgelijkere, zorgelijkst, zorgelijkste, zorgelijke

Wiktionary Übersetzungen für zorgelijk:

zorgelijk
adjective
  1. Qui est dans quelques troubles, dans quelques agitations d’esprit, soit par craintes, soit par irrésolutions et incertitudes.
  2. Qui causer de l’inquiétude.