Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. gereserveerd:
  2. reserveren:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für gereserveerd (Niederländisch) ins Französisch

gereserveerd:

gereserveerd Adjektiv

  1. gereserveerd (opzijgezet)
    réservé
  2. gereserveerd (terughoudend; ingetogen; gesloten; )
    réservé; retenu; taciturne

Übersetzung Matrix für gereserveerd:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
retenu geheimzinnig; gereserveerd; gesloten; ingetogen; koel; terughoudend; terughoudende afgehouden; bescheiden; discreet; discrete; gematigd; geremd; getemperd; ingehouden; ingetogen; kies; onbuigzaam; onverzettelijk; stemmig; stijfkoppig; stug; taai
réservé geheimzinnig; gereserveerd; gesloten; ingetogen; koel; opzijgezet; terughoudend; terughoudende afstandelijk; bescheiden; besproken; discreet; discrete; gematigd; gesloten; getemperd; ingetogen; ingetrokken; kies; koel; koud; nuchter; onbuigzaam; onverzettelijk; stemmig; stijfkoppig; stil; stug; taai; taciturn; weinig spraakzaam; zakelijk; zwijgend; zwijgzaam
taciturne geheimzinnig; gereserveerd; gesloten; ingetogen; koel; terughoudend; terughoudende geluidloos; gesloten; onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stil; stilzwijgend; stug; taai; taciturn; weinig spraakzaam; zonder geluid; zwijgend; zwijgzaam

Verwandte Wörter für "gereserveerd":


Wiktionary Übersetzungen für gereserveerd:


Cross Translation:
FromToVia
gereserveerd dédaigneux; distant; résevé aloof — reserved and remote; either physically or emotionally distant
gereserveerd sérieux; sobre; discret; réservé demure — modest, quiet, reserved
gereserveerd timide shy — reserved

gereserveerd form of reserveren:

reserveren Verb (reserveer, reserveert, reserveerde, reserveerden, gereserveerd)

  1. reserveren (behouden; opzijleggen; achterhouden; terughouden)
    réserver; affecter
    • réserver Verb (réserve, réserves, réservons, réservez, )
    • affecter Verb (affecte, affectes, affectons, affectez, )
  2. reserveren (reis boeken; vastleggen; bespreken)
  3. reserveren (voorbehouden)
    réserver; mettre à part; retenir; mettre de côté; garder; poser de côté; mettre à l'écart
    • réserver Verb (réserve, réserves, réservons, réservez, )
    • retenir Verb (retiens, retient, retenons, retenez, )
    • garder Verb (garde, gardes, gardons, gardez, )

Konjugationen für reserveren:

o.t.t.
  1. reserveer
  2. reserveert
  3. reserveert
  4. reserveren
  5. reserveren
  6. reserveren
o.v.t.
  1. reserveerde
  2. reserveerde
  3. reserveerde
  4. reserveerden
  5. reserveerden
  6. reserveerden
v.t.t.
  1. heb gereserveerd
  2. hebt gereserveerd
  3. heeft gereserveerd
  4. hebben gereserveerd
  5. hebben gereserveerd
  6. hebben gereserveerd
v.v.t.
  1. had gereserveerd
  2. had gereserveerd
  3. had gereserveerd
  4. hadden gereserveerd
  5. hadden gereserveerd
  6. hadden gereserveerd
o.t.t.t.
  1. zal reserveren
  2. zult reserveren
  3. zal reserveren
  4. zullen reserveren
  5. zullen reserveren
  6. zullen reserveren
o.v.t.t.
  1. zou reserveren
  2. zou reserveren
  3. zou reserveren
  4. zouden reserveren
  5. zouden reserveren
  6. zouden reserveren
en verder
  1. is gereserveerd
  2. zijn gereserveerd
diversen
  1. reserveer!
  2. reserveert!
  3. gereserveerd
  4. reserverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für reserveren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
affecter achterhouden; behouden; opzijleggen; reserveren; terughouden huichelen
effectuer des réservations bespreken; reis boeken; reserveren; vastleggen
garder reserveren; voorbehouden achterhouden; behoeden; behouden; beschermen; beveiligen; bewaken; bewaren; conserveren; deponeren; geen afstand doen van; gevangen zetten; handhaven; hoeden; houden; in bescherming nemen; in de cel zetten; inhouden; interneren; isoleren; leggen; neerleggen; niet laten gaan; openhouden; opsluiten; opzij leggen; patrouilleren; plaatsen; stand houden; surveilleren; toezicht houden; toezien; van alarm voorzien; vasthouden; vastzetten; vrijhouden; wegleggen; wegzetten
mettre de côté reserveren; voorbehouden afzonderen; apart zetten; bewaren; hamsteren; isoleren; op bankrekening zetten; opbergen; oppotten; opsparen; opzij leggen; opzijzetten; potten; sparen; wegbergen; wegzetten
mettre à l'écart reserveren; voorbehouden afzonderen; apart zetten; eruit laten; hamsteren; isoleren; oppotten; opzij leggen; potten
mettre à part reserveren; voorbehouden afzonderen; uit elkaar plaatsen; uiteenplaatsen; uiteenzetten
poser de côté reserveren; voorbehouden
retenir reserveren; voorbehouden achterhouden; afhouden; aftrekken; bedaren; bedwingen; beet hebben; beheersen; beletten; bemantelen; beteugelen; blijven staan; charteren; dwarsbomen; dwarsliggen; ervanaf houden; geen afstand doen van; gevangen zetten; handhaven; houden; huren; in bedwang houden; in de cel zetten; in mindering brengen; inhouden; interneren; intomen; isoleren; matigen; naar zich toe trekken; niet laten gaan; onderdrukken; onthouden; opnemen; opslaan; opsluiten; stand houden; stilhouden; stilstaan; stoppen; tegenwerken; terughouden; vasthebben; vasthouden; vastzetten; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; verrekenen; versluieren; verstoppen; weerhouden; wegstoppen
réserver achterhouden; behouden; opzijleggen; reserveren; terughouden; voorbehouden afzonderen; bestemmen; openhouden; vrijhouden
- bespreken

Synonyms for "reserveren":


Verwandte Definitionen für "reserveren":

  1. van tevoren afspreken dat je er gebruik van kunt maken1
    • we hebben een tafel gereserveerd in het restaurant1
  2. het ervoor bewaren1
    • we hebben geld voor de vakantie gereserveerd1

Wiktionary Übersetzungen für reserveren:

reserveren
verb
  1. vrijhouden
reserveren
verb
  1. garder, retenir quelque chose d’un tout, une chose entre plusieurs autres.

Cross Translation:
FromToVia
reserveren réserver book — reserve