Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. slaap:
  2. slapen:
  3. Wiktionary:
  4. User Contributed Translations for slaap:
    • sien


Niederländisch

Detailübersetzungen für slaap (Niederländisch) ins Spanisch

slaap:

slaap [de ~ (m)] Nomen

  1. de slaap
    la ganas de dormir; el sueño

Übersetzung Matrix für slaap:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ganas de dormir slaap
sueño slaap wensdroom

Verwandte Wörter für "slaap":


Verwandte Definitionen für "slaap":

  1. elk van de twee zijvlakken tussen je ogen en je oren1
    • ik word al grijs bij de slapen1
  2. toestand waarin je niets merkt van je omgeving1
    • hij viel in een diepe slaap1

Wiktionary Übersetzungen für slaap:

slaap
noun
  1. periode van inactiviteit
  2. zijvlak van het hoofd

Cross Translation:
FromToVia
slaap sueño; dormir sleep — state of reduced consciousness
slaap legaña; lagaña; chele sleep — substance found in the corner of the eyes / figurative objectification of sleep
slaap sien temple — region of skull
slaap sueño sommeil — État inconscient nécessaire à la vie. (Sens général).
slaap sien tempe — anatomie|fr partie latérale de la tête entre l’oreille et le front.

slapen:

slapen Verb (slaap, slaapt, sliep, sliepen, geslapen)

  1. slapen (maffen; meuren; pitten)

Konjugationen für slapen:

o.t.t.
  1. slaap
  2. slaapt
  3. slaapt
  4. slapen
  5. slapen
  6. slapen
o.v.t.
  1. sliep
  2. sliep
  3. sliep
  4. sliepen
  5. sliepen
  6. sliepen
v.t.t.
  1. heb geslapen
  2. hebt geslapen
  3. heeft geslapen
  4. hebben geslapen
  5. hebben geslapen
  6. hebben geslapen
v.v.t.
  1. had geslapen
  2. had geslapen
  3. had geslapen
  4. hadden geslapen
  5. hadden geslapen
  6. hadden geslapen
o.t.t.t.
  1. zal slapen
  2. zult slapen
  3. zal slapen
  4. zullen slapen
  5. zullen slapen
  6. zullen slapen
o.v.t.t.
  1. zou slapen
  2. zou slapen
  3. zou slapen
  4. zouden slapen
  5. zouden slapen
  6. zouden slapen
en verder
  1. ben geslapen
  2. bent geslapen
  3. is geslapen
  4. zijn geslapen
  5. zijn geslapen
  6. zijn geslapen
diversen
  1. slaap!
  2. slaapt!
  3. geslapen
  4. slapend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für slapen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dormir maffen; meuren; pitten; slapen
estar dormido maffen; meuren; pitten; slapen

Verwandte Wörter für "slapen":


Verwandte Definitionen für "slapen":

  1. in een toestand zijn dat je niets van je omgeving merkt1
    • de baby ligt lekker te slapen1
  2. tintelen en gevoelloos zijn1
    • als ik te lang stilzit, slaapt mijn been1

Wiktionary Übersetzungen für slapen:


Cross Translation:
FromToVia
slapen dormir sleep — to rest in state of reduced consciousness
slapen dormir dormir — Se reposer dans un état inconscient

Verwandte Übersetzungen für slaap