Niederländisch

Detailübersetzungen für dreef (Niederländisch) ins Spanisch

dreef:

dreef [de ~] Nomen

  1. de dreef (laan; allee)
    la avenida; el paseo; la alameda
  2. de dreef (landweg; pad; paadje; trekpad; buitenweg)
    el camino; el sendero; el paso; la carretera; la calzada; la cañada; la pisada; la senda; el camino rural; la vereda; el camino vecinal

Übersetzung Matrix für dreef:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
alameda allee; dreef; laan inrit; laantje; oprijlaan; oprit
avenida allee; dreef; laan avenue; boulevard; inrit; oprijlaan; oprit
calzada buitenweg; dreef; landweg; paadje; pad; trekpad afstand; baan; baanvak; etappe; pad; rijbaan; rijvlak; rijwegen; ronde; route; straat; straatweg; tournee; traject; voetspoor; weg; wegen
camino buitenweg; dreef; landweg; paadje; pad; trekpad autoweg; pokerterm voor straat; snelweg; straat; verkeersweg; voetspoor
camino rural buitenweg; dreef; landweg; paadje; pad; trekpad
camino vecinal buitenweg; dreef; landweg; paadje; pad; trekpad
carretera buitenweg; dreef; landweg; paadje; pad; trekpad afstand; autoweg; baan; baanvak; etappe; pad; pokerterm voor straat; ronde; route; snelweg; straat; straatweg; tournee; traject; verkeersweg; weg
cañada buitenweg; dreef; landweg; paadje; pad; trekpad voetspoor
paseo allee; dreef; laan avenue; boulevard; dagreis; excursie; gang; kuier; kuiergang; loopje; omloop; ommetje; promenade; reis; rijtochtje; rijtoer; rit; ronde; rondreis; rondrit; rondwandeling; slentergang; slentergangetje; tocht; tochtje; toer; tour; tournee; trip; uitje; uitstapje; voetreis; voettocht; wandeling; wandeltocht
paso buitenweg; dreef; landweg; paadje; pad; trekpad afstand; baan; baanvak; bergpas; deur; doorgang; doorloop; doorreis; doortocht; doorvaart; draf; etappe; gang; gang van een paard; gangpad; geul; pad; pas; pasje; passage; portiek; ronde; route; schrede; stap; tekenbreedte; toelating; tournee; traject; tred; vaargeul; voetstap; weg
pisada buitenweg; dreef; landweg; paadje; pad; trekpad pas; schrede; stap; voetspoor; voetstap
senda buitenweg; dreef; landweg; paadje; pad; trekpad gekapt pad; voetspoor; wandelpad; wandelweg
sendero buitenweg; dreef; landweg; paadje; pad; trekpad voetspoor
vereda buitenweg; dreef; landweg; paadje; pad; trekpad voetspoor

Verwandte Wörter für "dreef":

  • dreven

Wiktionary Übersetzungen für dreef:


Cross Translation:
FromToVia
dreef callejón alléeaction d’aller.

dreef form of drijven:

drijven [znw.] Nomen

  1. drijven
    el guiar

Übersetzung Matrix für drijven:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
guiar drijven
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
guiar aanvoeren; begeleiden; besturen; bevel voeren over; commanderen; een paard mennen; erdoor loodsen; leiden; leiding geven; leidinggeven; managen; mennen; rondleiden; voorzitten

Verwandte Definitionen für "drijven":

  1. hem ergens heen jagen1
    • de politie dreef de demonstranten het centrum uit1
  2. hem ertoe aanzetten1
    • wat drijft jou ertoe zo onaardig te zijn?1
  3. in een vloeistof aan de oppervlakte blijven1
    • de houten plank dreef in de sloot1

Wiktionary Übersetzungen für drijven:

drijven
verb
  1. e1. op het oppervlakte van een vloeistof rusten
  2. e2. in de lucht zweven
  3. e3. doornat zijn
  4. o1. iets of iemand voor zich uit doen bewegen
  5. o2. een zaak leiden
  6. o3. slaan, (met kracht) inbrengen
  7. o4. metaal drijven
  8. o5. aansporen

Cross Translation:
FromToVia
drijven conducir drive — herd (animals) in a particular direction
drijven flotar float — be supported by a liquid
drijven flotar float — be capable of floating
drijven flotar; sobrenadar flotter — Traductions à trier suivant le sens
drijven acuciar; hostigar; hostilizar pourchasserpoursuivre ou rechercher avec obstination, avec ardeur.
drijven perseguir; acosar; acuciar; arrear; impeler poursuivresuivre quelqu’un avec application, avec ardeur, courir après quelqu’un dans le dessein de l’atteindre, de le prendre.
drijven empujar; acuciar; arrear; impeler pousser — Faire pression contre quelqu’un ou contre quelque chose, pour le déplacer ou l’ôter de sa place.