Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. oppersen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für oppersen (Niederländisch) ins Englisch

oppersen:

oppersen Verb (pers op, perst op, perste op, persten op, opgeperst)

  1. oppersen
    to press
    • press Verb (presses, pressed, pressing)

Konjugationen für oppersen:

o.t.t.
  1. pers op
  2. perst op
  3. perst op
  4. persen op
  5. persen op
  6. persen op
o.v.t.
  1. perste op
  2. perste op
  3. perste op
  4. persten op
  5. persten op
  6. persten op
v.t.t.
  1. heb opgeperst
  2. hebt opgeperst
  3. heeft opgeperst
  4. hebben opgeperst
  5. hebben opgeperst
  6. hebben opgeperst
v.v.t.
  1. had opgeperst
  2. had opgeperst
  3. had opgeperst
  4. hadden opgeperst
  5. hadden opgeperst
  6. hadden opgeperst
o.t.t.t.
  1. zal oppersen
  2. zult oppersen
  3. zal oppersen
  4. zullen oppersen
  5. zullen oppersen
  6. zullen oppersen
o.v.t.t.
  1. zou oppersen
  2. zou oppersen
  3. zou oppersen
  4. zouden oppersen
  5. zouden oppersen
  6. zouden oppersen
en verder
  1. is opgeperst
  2. zijn opgeperst
diversen
  1. pers op!
  2. perst op!
  3. opgeperst
  4. oppersend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für oppersen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
press drukpers; pers; uitgeverijen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
press oppersen aandringen; aandrukken; aanhouden; indrukken; induwen; knellen; op iets aandringen; prenten; strak zitten; vastdrukken