Niederländisch

Detailübersetzungen für onmiskenbaar (Niederländisch) ins Englisch

onmiskenbaar:

onmiskenbaar Adjektiv

  1. onmiskenbaar (onloochenbaar)
  2. onmiskenbaar (herkenbaar; duidelijk)
    recognizable; identifiable; unambiguous; obvious; unequivocal; unmistakable; discernible; clear; recognisable
  3. onmiskenbaar (geprononceerd; uitgesproken; ondubbelzinnig; markant)
    explicit; distinct; unmistakable; definite; clear-cut
  4. onmiskenbaar (overduidelijk; klaarblijkelijk)

Übersetzung Matrix für onmiskenbaar:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
clear afdekken; afruimen; banen; bevrijden; dechargeren; emanciperen; inklaren; klaren; ledigen; leeghalen; leegmaken; legen; onschuldig verklaren; opruimen; reinigen; ruimen; schoonmaken; schoonpoetsen; uithalen; uitmesten; uitruimen; uitschakelen; uitverkopen; verlossen; verrekenen; vrijmaken; vrijpleiten; vrijspraak bepleiten; vrijspreken; vrijvechten; wissen; zuiveren
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
clear-cut geprononceerd; markant; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; uitgesproken aanschouwelijk; duidelijk; flagrant; overduidelijk; zo klaar als een klontje; zonneklaar
definite geprononceerd; markant; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; uitgesproken definitief; onafwendbaar; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk; permanent; vastgesteld; vaststaand
discernible duidelijk; herkenbaar; onmiskenbaar bemerkbaar; herkenbaar; hoorbaar; merkbaar; tastbaar; voelbaar; waarneembaar; zichtbaar
distinct geprononceerd; markant; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; uitgesproken aanschouwelijk; afzonderlijk; apart; duidelijk; flagrant; frappant; in het oog lopend; in het oog springend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; overduidelijk; saillant; treffend; verhelderend; zo klaar als een klontje; zonneklaar
explicit geprononceerd; markant; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; uitgesproken cru; expliciet; frappant; in het oog lopend; in het oog springend; klemmend; met klem; met nadruk; nadrukkelijk; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; rechttoe rechtaan; saillant; treffend; uitdrukkelijk
identifiable duidelijk; herkenbaar; onmiskenbaar bemerkbaar; herkenbaar; hoorbaar; merkbaar; tastbaar; voelbaar; waarneembaar; zichtbaar
irrefutable onloochenbaar; onmiskenbaar onweerlegbaar; vast en zeker
obvious duidelijk; herkenbaar; onmiskenbaar begrijpelijk; duidelijk; eruitspringend; flagrant; frappant; helder; in het oog lopend; in het oog springend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; opzichtig; overduidelijk; protserig; saillant; schreeuwerig; treffend; uitsteken; zo klaar als een klontje; zonneklaar
recognisable duidelijk; herkenbaar; onmiskenbaar bemerkbaar; herkenbaar; hoorbaar; kenbaar; merkbaar; tastbaar; te kennen; voelbaar; waarneembaar; zichtbaar
recognizable duidelijk; herkenbaar; onmiskenbaar bemerkbaar; herkenbaar; hoorbaar; kenbaar; merkbaar; tastbaar; te kennen; voelbaar; waarneembaar; zichtbaar
unambiguous duidelijk; herkenbaar; onmiskenbaar eenduidig; ondubbelzinnig
undeniable onloochenbaar; onmiskenbaar
unequivocal duidelijk; herkenbaar; onmiskenbaar
unmistakable duidelijk; geprononceerd; herkenbaar; markant; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; uitgesproken frappant; in het oog lopend; in het oog springend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; treffend
unquestionable onloochenbaar; onmiskenbaar
AdverbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
obviously klaarblijkelijk; onmiskenbaar; overduidelijk 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; blijkbaar; dus; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
clear duidelijk; herkenbaar; onmiskenbaar aanschouwelijk; af; afgedaan; afgelopen; begrijpelijk; bevattelijk; blank; bleek; blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; direct; doorschijnend; doorzichtig; duidelijk; duidelijk klinkend; fideel; flagrant; fleurig; geestig; gereed; geëindigd; helder; helderklinkend; inzichtelijk; jolig; klaar; klaar als een klontje; klare; kleurig; kleurloos; kwiek; levendig; loos; lustig; monter; onbewolkt; ongekleurd; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; over; overduidelijk; recht door zee; regelrecht; transparant; uit; uitgelaten; verhelderend; verstaanbaar; voltooid; voorbij; vrij; vrolijk; wakker; welgemoed; zo klaar als een klontje; zonder taak; zonneklaar; zonnig

Verwandte Wörter für "onmiskenbaar":

  • onmiskenbare

Wiktionary Übersetzungen für onmiskenbaar:

onmiskenbaar
adjective
  1. waarover geen twijfel kan bestaan
onmiskenbaar
adjective
  1. unique, such that it cannot be mistaken for something else