Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. liniëren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für liniëren (Niederländisch) ins Englisch

liniëren:

liniëren Verb (liniëer, liniëert, liniëerde, liniëerden, geliniëerd)

  1. liniëren (van lijnen voorzien; belijnen)
    lineate; to line; to stripe
    • lineate Verb
    • line Verb (lines, lined, lining)
    • stripe Verb (stripes, striped, striping)

Konjugationen für liniëren:

o.t.t.
  1. liniëer
  2. liniëert
  3. liniëert
  4. liniëren
  5. liniëren
  6. liniëren
o.v.t.
  1. liniëerde
  2. liniëerde
  3. liniëerde
  4. liniëerden
  5. liniëerden
  6. liniëerden
v.t.t.
  1. heb geliniëerd
  2. hebt geliniëerd
  3. heeft geliniëerd
  4. hebben geliniëerd
  5. hebben geliniëerd
  6. hebben geliniëerd
v.v.t.
  1. had geliniëerd
  2. had geliniëerd
  3. had geliniëerd
  4. hadden geliniëerd
  5. hadden geliniëerd
  6. hadden geliniëerd
o.t.t.t.
  1. zal liniëren
  2. zult liniëren
  3. zal liniëren
  4. zullen liniëren
  5. zullen liniëren
  6. zullen liniëren
o.v.t.t.
  1. zou liniëren
  2. zou liniëren
  3. zou liniëren
  4. zouden liniëren
  5. zouden liniëren
  6. zouden liniëren
diversen
  1. liniëer!
  2. liniëert!
  3. geliniëerd
  4. liniërend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für liniëren:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
line aansluiting; afzetlint; colonne; connectie; contact; file; gelid; koord; kordon; lijn; lijntje; linie; lint; politielint; regel; rij; schriftlijn; streep; streepje; verbinding
stripe lijn; linie; streep; striemen in de huid
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
line belijnen; liniëren; van lijnen voorzien lijnen; strepen; strepen trekken
lineate belijnen; liniëren; van lijnen voorzien strepen; strepen trekken
stripe belijnen; liniëren; van lijnen voorzien strepen; strepen trekken