Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. bestendig:
  2. bestendigen:
  3. Wiktionary:
  4. User Contributed Translations for bestendig:
    • resistant


Niederländisch

Detailübersetzungen für bestendig (Niederländisch) ins Englisch

bestendig:

bestendig Adjektiv

  1. bestendig (bestand tegen; opgewassen tegen)
    determined; proof against; immune; be a match for; equal; fixed
  2. bestendig (onveranderlijk)
    permanent; fixed; stable; steady
  3. bestendig (constant)
    stable; constant; continual; steady

Übersetzung Matrix für bestendig:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
constant constante
equal gelijke; weerga
permanent krullenkapsel; permanent
stable paardenstal; stal
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
be a match for aankunnen; opgewassen zijn tegen
stable op stal zetten
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
constant bestendig; constant aanhoudend; aldoor; almaar; altijddurend; blijvend; constant; continue; de hele tijd; doorlopend; eeuwig; gedurig; gelijkblijvend; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; steeds; telkens; voortdurend
continual bestendig; constant aldoor; almaar; altijddurend; constant; continue; de hele tijd; doorlopend; eeuwig; gedurig; ononderbroken; onophoudelijk; steeds; telkens; voortdurend
determined bestand tegen; bestendig; opgewassen tegen bepaald; beslist; besluitvaardig; een zekere; gedecideerd; kordaat; resoluut; vastberaden; vastbesloten
equal bestand tegen; bestendig; opgewassen tegen gelijkwaardig
fixed bestand tegen; bestendig; onveranderlijk; opgewassen tegen bepaald; een zekere; gedetermineerd; star; strak; strakgespannen; verstard
immune bestand tegen; bestendig; opgewassen tegen immuun; onschendbaar; onvatbaar
permanent bestendig; onveranderlijk aldoor; almaar; altijd; altijddurend; constant; continu; continue; de hele tijd; doorlopend; eeuwig; gedurig; immer; ononderbroken; onophoudelijk; permanent; steeds; telkens; voortdurend
stable bestendig; constant; onveranderlijk beheerst; degelijk; solide; stabiel; stationair; stevig
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
be a match for bestand tegen; bestendig; opgewassen tegen
proof against bestand tegen; bestendig; opgewassen tegen
steady bestendig; constant; onveranderlijk beheerst; even; gelijkmatig; gestaag; langzaamaan; rustig; stabiel; stevig

Verwandte Wörter für "bestendig":

  • bestendigheid, bestendiger, bestendigere, bestendigst, bestendigste, bestendige

Wiktionary Übersetzungen für bestendig:

bestendig
adjective
  1. duurzaam
bestendig
adjective
  1. without end

bestendigen:

bestendigen Verb (bestendig, bestendigt, bestendigde, bestendigden, bestendigd)

  1. bestendigen
    render permanent; to continue

Konjugationen für bestendigen:

o.t.t.
  1. bestendig
  2. bestendigt
  3. bestendigt
  4. bestendigen
  5. bestendigen
  6. bestendigen
o.v.t.
  1. bestendigde
  2. bestendigde
  3. bestendigde
  4. bestendigden
  5. bestendigden
  6. bestendigden
v.t.t.
  1. heb bestendigd
  2. hebt bestendigd
  3. heeft bestendigd
  4. hebben bestendigd
  5. hebben bestendigd
  6. hebben bestendigd
v.v.t.
  1. had bestendigd
  2. had bestendigd
  3. had bestendigd
  4. hadden bestendigd
  5. hadden bestendigd
  6. hadden bestendigd
o.t.t.t.
  1. zal bestendigen
  2. zult bestendigen
  3. zal bestendigen
  4. zullen bestendigen
  5. zullen bestendigen
  6. zullen bestendigen
o.v.t.t.
  1. zou bestendigen
  2. zou bestendigen
  3. zou bestendigen
  4. zouden bestendigen
  5. zouden bestendigen
  6. zouden bestendigen
diversen
  1. bestendig!
  2. bestendigt!
  3. bestendigd
  4. bestendigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für bestendigen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
continue bestendigen aanhouden; blijven; continueren; doorgaan; doorwerken; duur verlengen; een stapje verder gaan; prolongeren; verdergaan; verlengen; vervolgen; voortbestaan; voortduren; voortgaan; voortzetten
render permanent bestendigen

Wiktionary Übersetzungen für bestendigen:

bestendigen
verb
  1. to lengthen in time; to extend the duration of; to draw out; to continue