Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. berooid:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für berooid (Niederländisch) ins Englisch

berooid:

berooid Adjektiv

  1. berooid (pover; mager; schraal; karig)
    lean; poor; shabby; flimsy; miserable; thin
  2. berooid (straatarm; doodarm)
  3. berooid (arm; pover; armetierig)
    poor; indigent; pennyless; needy

Übersetzung Matrix für berooid:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
lean leunen
thin decimeren; dunnen; minder talrijk maken
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
destitute berooid; doodarm; straatarm arm; armelijk; armoedig; behoeftig; brodeloos; kommerlijk; minvermogend; misdeeld; noodlijdend; onvermogend
flimsy berooid; karig; mager; pover; schraal
impoverished berooid; doodarm; straatarm
indigent arm; armetierig; berooid; pover arm; armelijk; armoedig; behoeftig; kommerlijk; minvermogend; noodlijdend; onvermogend; straatarm
lean berooid; karig; mager; pover; schraal
miserable berooid; karig; mager; pover; schraal aan lager wal; akelig; armoedig; armzalig; bar; beroerd; deerniswekkend; deplorabel; ellendig; erbarmelijk; erg; flodderig; haveloos; lamlendig; lamzalig; meelijwekkend; miserabel; naar; pover; rampzalig; schamel; sjofel; sjofeltjes; verlopen
needy arm; armetierig; berooid; pover arm; armelijk; armoedig; behoeftig; hulpbehoevend; hulpvragend; hulpzoekend; kommerlijk; minvermogend; noodlijdend; onvermogend; steunzoekend
penniless berooid; doodarm; straatarm arm; armelijk; armoedig; behoeftig; kommerlijk; minvermogend; noodlijdend; onvermogend
poor arm; armetierig; berooid; karig; mager; pover; schraal arm; armelijk; armoedig; armzalig; bar; behoeftig; deerniswekkend; dor; ellendig; erbarmelijk; erg; flodderig; gebrekkig; haveloos; inferieur; karig; klungelig; kommerlijk; krukkig; mager; matig; middelmatig; min; minderwaardig; minvermogend; misdeeld; niet al te best; noodlijdend; onbeduidend; onbeholpen; onbemiddeld; ondermaats; ondeugdelijk; ongegoed; onhandig; onvermogend; pover; rampzalig; schamel; schraal; schutterig; sjofel; sjofeltjes; slap; slapjes; slecht; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig; tweederangs; verlopen; zwak; zwakjes
shabby berooid; karig; mager; pover; schraal aan lager wal; armelijk; armoedig; armzalig; banaal; flodderig; grof; haveloos; kliederig; knoeierig; laag-bij-de-grond; lomp; luizig; morsig; onooglijk; plat; platvloers; pover; schamel; schooierig; schunnig; sjofel; sjofeltjes; triviaal; verlopen; vuil; vunzig
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
down and out berooid; doodarm; straatarm
pennyless arm; armetierig; berooid; pover straatarm
thin berooid; karig; mager; pover; schraal dun; fijn; fijngebouwd; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; rank; schraal; schriel; slank; tenger

Verwandte Wörter für "berooid":

  • berooidheid

Wiktionary Übersetzungen für berooid:

berooid
adjective
  1. with no possessions or money

Cross Translation:
FromToVia
berooid empty; vacant; needy; miserable; destitude; impoverished; penniless; void; bare; hollow vide — Qui ne contenir rien ; qui est totalement dépourvoir de.