Übersicht
Englisch nach Niederländisch: mehr Daten
-
shipman:
The word shipman exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.
Englisch
Detailübersetzungen für shipman (Englisch) ins Niederländisch
shipman: (*Wort und Satz getrennt)
- ship: boot; schip; vaartuig; schuit; schuitje; scheepje; stoomschip; zenden; versturen; leveren; brengen; bezorgen; aanleveren; overhandigen; afleveren; toeleveren; verladen; laden; inladen; verschepen; bestellen; rondbrengen; thuisbezorgen; aan boord gaan; aan boord klimmen
- man: man; gast; kerel; vent; gozer; knul; knakker; manspersoon; persoon; iemand; mens; wezen; individu; mensenkind; bemannen; goser; schijf; butler; kamerbediende; damschijf; kamerdienaar; herenknecht